29 september 2011
Dagelijkse bezigheden
14 september 2011
Makanan (eten) di Indonesia
Weet je hoe lekker het eten hier is? We kunnen er geen genoeg van krijgen. Ze eten hier 3x warm. Brood eten ze hier als tussendoortje. Wij eten 's morgens geroosterd sandwichbrood of cornflakes. Tussen de middag en 's avonds eten we warm. De kids eten op school (brood) en wij gaan tussen de middag vaak even iets halen. Wat dacht je bijv. van lekkere ayam goreng met nasi (kipkluifje met witte rijst) voor Rp. 5000,- (= nog geen 0,50 eurocent)? Daar kun je toch niet voor gaan koken? Of we gaan naar een warung waar je zelf je maaltijd samen kunt stellen (nasi, ayam, ei, satesaus, tempeh, groenten, sambal etc.). Daar is het omgerekend ongeveer 0,75 ct. pp. Dus ja. Je snapt dat we genieten. Zo lekker! Op dinsdag halen we altijd mie goreng voor ons en een pizzapunt voor de kids bij een grote winkel hier in de buurt en op zaterdag gaan we altijd uit eten. Je eet dan gemiddeld voor een tientje met z'n vieren. (Goedkoper kan, duurder kan ook als je bijv. naar de KFC gaat). 1x per week gaan we naar de pasar om een voorraad verse groenten en fruit. Op zondag koken we uitgebreid en wagen ons aan allerlei Indonesische recepten. Als eerste hebben we hier een rijstkoker aangeschaft en een vijzel. Zonder dit kun je eigenlijk niet als je Indonesisch wilt koken. Gelukkig doen we nog een verscheping vanaf hier, dan kunnen we dit ook allemaal weer meenemen naar Papua. Voor de rest kun je hier ook makkelijk pasta klaarmaken, is er voorgebakken friet, dus dat gaat allemaal prima. We zeggen weleens gekscherend dat we in onze '7 vette jaren' zitten, dus we nemen het er maar van. Straks wordt het allemaal veel lastiger op Papua, daar moet je veel meer moeite doen om een fatsoenlijke maaltijd op tafel te krijgen. Maar hier leren we in ieder geval Indonesisch koken, dus dat scheelt ; ).
3 september 2011
1 september 2011
Taalstudie
Door Pieter
We hebben vijf dagen per week les, elke ochtend van 9 tot 12 uur. In het begin hadden we nog samen les, 5 uur lang. Dat bleek niet zo ideaal en ook niet goed te combineren met de schooltijden van de kinderen. Vandaar dat we nu allebei tegelijkertijd privé-les hebben: de ene dag heeft Jacomien les van Ibu Sheila en Pieter van Ibu Lani en de volgende dag andersom.
De les begint eigenlijk altijd al voordat we goed en wel zitten, want voordat we onze tas hebben kunnen uitpakken komen de eerste vragen: ‘Hoe was het gisteren?’, ‘Ben je vanochtend al naar de markt geweest?’, ‘ Zijn de kinderen weer op school?’ enz. Op deze manier ontstaat er al snel een gesprek dat alle kanten op kan gaan, maar dat maakt niet uit, als we maar praten. Dat is best intensief, dus aan het eind van de ochtend hebben we het wel even gehad. Maar we merken vooruitgang en we hebben er vooral de eerste weken veel gemak van gehad dat we drie jaar terug al veel woorden hebben geleerd. In de les maken we ook gebruik van een methode waarin onder andere de grammatica wordt behandeld. Tot nu toe zijn we daarin eigenlijk nog niks nieuws tegengekomen en de eerste hoofdstukken waren wel erg simpel. Zo af en toe krijgen we een toets over een paar hoofdstukken uit het boek. Het slechtste resultaat tot nu toe is een 8,5 (dankzij onoplettendheid en een hele strenge juf), dat was een tegenvaller ; ).
Ondertussen kunnen we ons op straat goed redden in het Indonesisch, tenminste zolang we zelf aan het woord zijn. Wanneer iemand ongevraagd in hoog tempo een verhaal tegen je begint af te steken wordt het lastiger. Vooral wanneer zo iemand binnensmonds praat, een paar tanden mist of gewoon doorpraat terwijl al lang duidelijk is dat we de draad kwijt zijn. Gelukkig verloopt de meeste communicatie volgens vragen en antwoorden van één zin en dat maakt de zaak een stuk minder ingewikkeld. Het Indonesisch is geen ingewikkelde taal, maar met alle vervoegingen erop en eraan valt het toch niet altijd mee. Bovendien is het woordenboek erg dik .
Naast onze uren op school krijgen we huiswerk voor de volgende dag en dat is soms best veel. We zijn er vaak een aardig deel van de middag of avond zoet mee. En bovendien houden we onze eigen woordenlijsten bij, want er moet af en toe flink worden gestampt. Hoe eerder al die woorden erin zitten hoe beter! Tussendoor brengen en halen we de kinderen naar en van school, gaan we naar de markt en de winkel en genieten zo veel mogelijk van het leven hier.
Overigens komen we er nu achter dat een kind precies tegenovergesteld een vreemde taal leert. Julia en Ivana zitten in een fase waarin ze eerst Engels (voor het grootste deel) moeten leren verstaan, voordat ze het gaan spreken. Bij ons volwassenen blijkt dat zo’n beetje tegenovergesteld te werken.