Stagebezoek in het binnenland
We wonen nu alweer ruim drie jaar in Indonesië en daarom is het af en toe goed om jezelf eens af te vragen wat er in die tijd is bereikt. De problemen in Papua zijn zo groot en de situatie in het onderwijs is zo bedroevend, dat je jezelf weleens afvraagt waar je het eigenlijk allemaal voor doet. Er zijn natuurlijk wel resultaten, maar die zijn vaak beperkt en worden soms weer tenietgedaan door nieuwe problemen.
We wonen nu alweer ruim drie jaar in Indonesië en daarom is het af en toe goed om jezelf eens af te vragen wat er in die tijd is bereikt. De problemen in Papua zijn zo groot en de situatie in het onderwijs is zo bedroevend, dat je jezelf weleens afvraagt waar je het eigenlijk allemaal voor doet. Er zijn natuurlijk wel resultaten, maar die zijn vaak beperkt en worden soms weer tenietgedaan door nieuwe problemen.
Afgelopen jaar zijn er 50 studenten afgestudeerd, dit jaar 15. Velen
van de eerste groep studenten geven les op een school in het binnenland, de
studenten van de tweede groep doen dat allemaal. Dat klinkt natuurlijk wel
aardig, maar er zijn een paar duizend scholen in de binnenlanden die niet
functioneren. Ze hebben zo'n negatieve impact op de ontwikkeling van kinderen,
dat het eigenlijk beter zou zijn wanneer er helemaal geen onderwijs werd
gegeven. Met het trainen van leerkrachten is het al niet veel beter gesteld.
Velen zullen nooit veranderen, hoeveel trainingen ze ook volgen. Wanneer de wil
en de overtuiging ontbreken, is er weinig hoop.
Of dit de beste
manier is om succes te meten is natuurlijk maar de vraag. Afgelopen week ging
ik (Pieter) op bezoek bij een aantal oud-studenten die lesgeven in Eragayam en
Bokondini, een uur of drie buiten Wamena. Ik kon het bezoek mooi combineren met
stagebezoek aan een paar studenten die hun eindstage doen op dezelfde scholen. Beide
scholen dragen de naam Ob Anggen, dat betekent 'Goed Fruit' in de lokale taal.
De school in Bokondini bestaat bijna zes jaar, die in Eragayam bijna vier.
Beide scholen zijn ontstaan doordat de lokale gemeenschap goed onderwijs wilde
voor hun kinderen. Met behulp van een Amerikaans gezin is de school opgericht.
Het management is in handen van lokale mensen en de meeste leerkrachten zijn Papua.
De scholen zijn ontstaan ondanks het feit dat er in Bokondini en Eragayam
gewoon al overheidsscholen zijn. De leerkrachten van de scholen sturen
inmiddels hun eigen kinderen ook maar naar Ob Anggen. In een paar jaar tijd is
Ob Anggen uitgegroeid tot waarschijnlijk de beste school in het oostelijk deel
van Indonesië en een bron van inspiratie voor de dorpen rondom.
Ik begin mijn
bezoek in Eragayam, waar we nogal te laat aankwamen doordat we een verkeerde
afslag namen. Eragayam ligt hoog op een berg en je kunt je geen verlatener
plaats voorstellen. Door de hoge ligging is het er 's nachts koud en regent het
er vaak, iets waar Papua's niet echt van houden. In ongeveer drie jaar tijd is
er door de lokale gemeenschap een weg van een paar kilomter aangelegd, zodat
motor's en auto's met vierwielaandrijving bij de school kunnen komen. Ook
hebben ze een schoolgebouw gebouwd en huizen voor het personeel.
Op deze plaats
ontmoet ik Indas, een paar maanden daarvoor afgestudeerd van STKIP. Deze dag is
er een speciaal programma, omdat er nog een aantal Amerikaanse gasten zijn.
Indas is de coordinator van de dag en is druk met het regelen van het
Bijbelverhaal, de Engelse les en de spelletjes buiten in de modder.
Indas |
Indas heeft nooit
voor de makkelijkste weg gekozen en is daarom waarschijnlijk op deze plaats
terecht gekomen. Hij heeft op straat geleefd totdat hij in een huis voor
straatkinderen terecht kwam. Daar is hij gevormd en heeft hij geleerd wat
zelfopoffering is. Vervolgens heeft hij vier jaar op STKIP gestudeerd. Juist
omdat veel van zijn vrienden het werk op een school als Ob Anggen een beetje te
uitdagend vonden, heeft hij zich aangemeld. Ik vraag hem wat hij de grootste
uitdaging vindt van het leven in Eragayam. Dat zijn niet de hele lange
werkdagen, ook niet het nogal eenzijdige voedsel en ook niet het gebrek aan
afleiding. De grootste uitdaging is de kou 's avonds, want hij had de eerste
week z'n blauwe trui niet bij zich. Voor de rest gaat het prima.
's Middags en de volgende dag ben ik in Bokondini. Bokondini wordt
binnenkort waarschijnlijk de districtshoofdstad van een nieuw district en
daarom trekken er nu al veel mensen naartoe. Ook veel 'pendatang', mensen van
andere eilanden. Dat zorgt voor de nodige spanningen, maar de kinderen op Ob
Anggen leren dat verschillen in huidskleur niet betekenen dat je elkaar naar
het leven moet staan. Ik bezoek onze
studenten die bezig zijn met hun stage, Erelince en Roy. Gedurende een aantal
maanden wonen ze hier en draaien mee als gewonen leerkrachten. Erelince geeft
les bij de kleuters, Roy is multi getalenteerd en geeft voornamelijk Science en
Arts (waarbij hij en-passant een hoop nieuw lesmateriaal ontwikkelt), hoewel
hij eigenlijk student Engels is.
De verschillen met
andere scholen zijn enorm. Kinderen in grade 2 (groep 4) kunnen een eenvoudig
gesprek in het Engels voeren en kinderen in grade 6 (groep 8) spreken het al
bijna vloeiend. De rekenvaardigheden liggen veel hoger dan gemiddeld, want
wanneer ik een net vol ananassen koop en vraag hoeveel het kost wanneer ik er
11 voor 5.000 per stuk koop, dan noemen ze gelijk de prijs. Op geen enkele
andere plaats in Papua is me dat tot nu toe gebeurt. Het belangrijkste
resultaat van Ob Anggen is echter dat het kinderen leert om voor God te leven,
dat hun leven waarde heeft en hen stimuleert om zelfstandig na te denken en hun
creativiteit te gebruiken om zich te ontplooien. Dit staat niet alleen haaks op
het onderwijs in Papua, maar ook op dat in de rest van het land.
Helga |
Hier in Bokondini werken
ook Helga en Onetha, twee oud-studenten van STKIP. Ze werken hier nu meer dan
een jaar en hebben zich in die tijd enorm ontwikkelt. Zo goed zelfs, dat het me
spijt dat onze eigen kids nooit les van ze zullen krijgen. Helga geeft vooral
in de hogere klassen les en houdt de kinderen (die hier behoorlijk wild zijn)
met gemak onder controle, terwijl ze altijd vreugde en enthousiasme uitstraalt.
Onetha |
Onetha geeft vooral les in klas 2. Ze heeft haar kinderen al zover dat ze in
het Engels vragen of ze naar de WC mogen, hun punt mogen slijpen etc. Onetha
krijgt het regelmatig te kwaad wanneer ze ziet met wat voor problemen haar
kinderen te maken hebben. Dat klinkt een beetje soft, maar in Papua is dat
volkomen in orde. Toen ik haar met de kinderen bezig zag, begrijp ik eigenlijk
pas wat het betekent wanneer Jezus een kind apart neemt en zegt:"Wie een kind
ontvangt in mijn naam, die ontvangt mij". Haar familie vindt het maar niks dat
ze hier werkt, vertelt ze. Die zien haar liever bij de overheid, waar ze goed
zou verdienen om zo de familie te helpen. Dat ze hier zit, heeft verder niets
te maken met verheven idealen. Ze is hier omdat ze van de kinderen houdt. Daar
is ze God dankbaar voor.
Ik denk opnieuw na
over de resultaten die we hebben behaald. Wie is succesvol in het leven? De
gouverneur van Papua, die als een koning het eiland regeert? Het districtshoofd
met z'n dikke buik, omdat hij altijd meer dan genoeg te eten heeft? Degene waar
iedereen tegenop kijkt of het meeste geld heeft? Als ik wat dat betreft naar de
Papua's kijk, dan kijk ik vooral in een spiegel. De verschillen zijn niet zo
groot.
Als ik het stuk in
de Bijbel lees over het ontvangen van een kind (Markus 9: 30 - 37), dan blijkt
succes in het leven toch wel een iets andere definitie te krijgen. Dan blijken
aantallen niet zo heel erg belangrijk. Dan ligt het misschien ook wel voor de
hand dat je eerst naar een uithoek van de wereld moet om dat te begrijpen.
Eerlijk gezegd heb
ik die dag meer opgestoken van onze oud-studenten dan zij van mij. En zo hoort
het ook. Het goede voorbeeld geven zonder jezelf bijzonder te vinden. En
tegelijk de beste leerkrachten van Papua te zijn.