We wonen
inmiddels alweer 6,5 jaar in Papua. Het leven hier is natuurlijk heel
anders dan in Nederland. Maar wat is er nu precies anders? We hebben 60
verschillen op een rijtje gezet.
Deze zomer
hopen we bij leven en welzijn weer op verlof te komen. Daar kijken we erg naar
uit! Maar het is ook altijd weer een hele aanpassing voor ons gezin. Wanneer je
onderstaande rij door hebt gelezen, krijg je misschien een klein beetje een
idee waarom.
1. Op korte
termijn dingen plannen. Op langere termijn heeft geen zin, het gaat toch altijd
anders.
2. Met de
hand afwassen, elke dag weer!
3. Afwas
niet afdrogen maar in het rek laten staan.
4. Al het
eten vanaf de basis maken.
5. Naar
minstens 5 winkels en de markt voordat je al je boodschappen hebt.
6. De
boodschappen worden voor je ingepakt.
7.
Onderhandelen over de prijs van iets.
8. Grote
voorraad aanleggen van levensmiddelen omdat het mogelijk een poos niet te
verkrijgen is.
9.
Boodschappen zijn duur omdat alles ingevlogen moet worden.
10. Geen
toetje (teveel werk) of in plaats daarvan koekjes/taart als toetje (geleerd van
de Amerikanen).
11. Weinig
soorten fruit, maar wel heel veel soorten groene groente.
12. Alle
groente en fruit ontsmetten (meestal gebruiken we gewoon afwasmiddel).
13. Bananen
uit je eigen tuin eten.
14. Altijd
over eten en recepten praten met andere blanke vrouwen.
15. In een
houten huis wonen met kieren in de vloer waardoor je zo naar buiten kijkt.
16. Vechten
tegen mieren en kakkerlakken, o.a. met toverkrijt.
17. Alle
verpakkingen die open zijn opbergen in Tupperware of zippers tegen insecten.
18.
Afhankelijk zijn van regenwater om te kunnen koken, wassen en douchen.
19. Het
water uit de kraan niet kunnen drinken.
20. Alleen
een koudwaterwasmachine hebben.
21.
Regelmatig stroomuitval hebben.
22. Een hulp
in de huishouding en een tuinman hebben.
23. Afval
zelf verbranden in de tuin.
24. In een
community op een complex leven met lokale mensen.
25. Schoenen
uit doen bij de deur (heel onfatsoenlijk als je die aan laat).
26.
Buitenshuis alleen hurktoiletten.
27. Alles
wat je op tafel zet wordt opgegeten als er lokale mensen op bezoek zijn.
28. Een
stukje taart op schoteltjes delen is heel raar. Zet alles op tafel en iedereen
mag pakken waar hij/zij zin in heeft.
29. Op 1500
m. boven de zeespiegel wonen en de bergen in je achtertuin hebben.
30. In een
vrijstaand huis wonen met een enorme tuin, buren zijn pas 60 m. verderop.
31. Het hele
jaar door zomer, dus ook het hele jaar door dezelfde kleren dragen totdat de
gaten erin vallen.
32. Perfect
klimaat hebben, altijd een graad of 26, 's avonds koelt het af. Geen airco
nodig en onder een dekbed slapen.
33. Poes in
huis tegen de ratten en een (bijtende) hond tegen dieven.
34. Stroom-
en internettegoed moeten kopen per maand (3 GB voor 65 euro).
35. Heimwee
hebben.
36. Elke dag
in drie talen denken en praten.
37. Hoog
bedrag aan schoolgeld moeten betalen.
38. Elke dag
huiswerk voor onze meiden, al vanaf grade 1.
39. Jesse in
de buikdrager dragen. Prima, maar we missen wel de wandelingen met een
wandelwagen over geplaveide wegen.
40. Rijden
op een scooter.
41. Links
rijden, stuur van de auto aan de andere kant hebben zitten.
42. Kuilen
op straat ontwijken.
43. Bij
stoplicht door rood licht rijden als je naar links gaat.
44. Niet ver
kunnen rijden met de auto omdat we in een vallei wonen.
45. Niet
hard kunnen rijden met de auto vanwege de slechte wegen en mensen/dieren op
straat.
46. Geen
gordels dragen in de auto, je weet nooit hoe snel je soms uit moet kunnen
stappen. Soms deden we zelfs de maxicosi los (totdat die een keer omrolde...).
47. Met
minstens dubbel zoveel mensen in de auto zitten dan dat er gordels zijn (als
die er al zijn).
48. Geen
verkeersregels. Belangrijkste regel: kijk voor je en toeteren maar!
49. Heel
lang in de rij staan voor benzine (die op de bon is).
50. Op
vakantie altijd met het vliegtuig.
51. Visa
regelen en hiervoor dure trips moeten maken.
52. Niet
zomaar naar de dokter, tandarts of het ziekenhuis kunnen. Gelijk ver reizen per
vliegtuig.
53. Elke
paar maanden een wormenkuur nemen met het hele gezin.
54. 's
Avonds niet veilig over straat kunnen.
55.
Regelmatig stammenoorlogen zien.
56. Niet
meer vreemd opkijken als je zwaarbewapende militairen ziet of in de buurt hoort
schieten.
57. Post
zelf ophalen op het postkantoor.
58. Agenda
is zowat leeg. 's Avonds hebben we eigenlijk nooit iets.
59. Heel
close zijn als gezin.
60. Dichter
bij God leven, veel en veel meer afhankelijk zijn van Hem!