6 december 2012

Training


Geschreven door Jacomien
Sinds afgelopen augustus werk ik in het trainingsteam wat huist op de basisschool Koinonia maar valt onder de hogeschool (STKIP). De training is een belangrijk onderdeel van het Oikonomos programma hier, maar afgelopen jaar was het een beetje ingezakt. Er kwamen niet veel mensen meer naar de training. We hebben in ons team 4 mensen waarvan er 3 nieuw zijn. We hebben tot nu toe het oude programma nog gevolgd, maar we merken inderdaad dat de motivatie gedaald is, o.a. omdat er tegenwoordig veel andere (slechte) overheidstrainingen worden gegeven waarvoor de mensen betaald worden als ze komen. Dus je zit daar een week de training uit en je vangt zo’n 100 euro! Wij geven dus geen geld, maar willen kennis delen. We begonnen in augustus met totaal 13 mensen waarvan nu in totaal maar 6 mensen de training hebben afgemaakt. We geven 3x een training van 3 dagen. De eerste training gaat voornamelijk over klassenmanagement, de tweede over rekenen en de derde over taal, waarbij er elke dag hier op Koinonia in de klassen wordt geobserveerd hoe ze het hier doen. ’s Middags maken we samen materialen die ze in de klas kunnen gebruiken (bijv. rekenmuur en letter/woorden muur). De week na de training gaan we de mensen observeren in hun eigen klas over hetgeen ze geleerd hebben in de training. Tot nu toe nodigden we zowel scholen uit de stad als buiten de stad uit. Als je rondloopt op de scholen zie je veel verschil. Met name de scholen buiten de stad zijn er slecht aan toe. Het grootste probleem is dat de leerkrachten soms niet op komen dagen. Zo stonden we al een keer voor een gesloten school (ja sorry, de school is nog steeds niet open want varkens hebben het grasveld kapotgemaakt (?). Ook gebeurt het regelmatig dat als we gaan observeren de leerkrachten er niet zijn omdat er bijv. een begrafenis is (dit gebeurt  vaak en duurt minstens een week). Dus is er bijv. 1 meester die heen en weer rent tussen 3 klassen. Er zijn altijd excuses te vinden om niet naar school te komen. Zeker op overheidsscholen is dit niet erg, want je ontvangt je salaris toch wel. Er zijn verhalen over scholen ver buiten de stad waar de leerkracht 2x per jaar komt. Aan het einde van het 1e semester en aan het einde van het 2e semester om de leerlingen te testen en vervolgens over te laten gaan. Afgelopen juni werd er in de kerk gedankt omdat 100% van alle leerlingen in Wamena over waren gegaan! Kan je nagaan. Dat is belangrijk: over gaan. Maakt niet uit of je de stof wel/niet beheerst. Wat opvalt in de klassen is dat de leerkracht een monotoon verhaal houdt met weinig interactie. De enige interactie die er is is dat de leerkracht een vraag stelt en het antwoord vast half voor zegt waarna de hele klas tegelijk het antwoord roept/schreeuwt. Pas waren we op een schooltje in klas 2 (gr. 4) rekenen aan het observeren. Het kindje wat naast me zat deed niets. Toen ik voor had gelezen wat ze moest doen ging ze aan de slag. Bleek dat ze nog niet kon lezen, want de meester die taal geeft is er meestal niet. Dus dat beïnvloedt natuurlijk ook de andere vakken.
Na veel discussie en nadenken hebben we een nieuwe strategie bedacht. Per januari gaan we ons richten op scholen buiten de stad (die hebben het het hardste nodig). We hebben 3 uitvalswegen uitgekozen waarvan we beginnen met alle scholen uit te nodigen. Ons plan is om aan elke weg minstens 1 pilot school te hebben, die in de toekomst een voorbeeld zou kunnen zijn voor de omgeving. We nodigen eerst alle schoolhoofden uit om ons plan uit te leggen. Vervolgens nodigen we de leerkrachten uit voor een introductiedag. Aan de hand hiervan proberen we aan te voelen welke scholen motivatie (heel belangrijk!) hebben om met ons samen te werken. We willen dan langere tijd met hen samenwerken (minstens 2 jaar). Het is dan de bedoeling dat we alle leerkrachten gaan trainen in de loop van die 2 jaar en de trainingen meer op maat maken voor wat nodig is voor die school. Ook zullen we vaker gaan observeren. En de studenten van STKIP gaan ook op deze scholen stagelopen (en hopelijk kunnen wat afgestudeerden ook op deze scholen aan de slag). Verder willen we de taal- en rekenmethode die Martijn van Driel aan het maken is introduceren op deze scholen. Al met al is het de bedoeling om er een sterkere school van te maken die in zijn geheel getraind is en een voorbeeld kan zijn voor de omgeving. Op deze manier is het dus niet maar een paar dagen trainen, maar gaan we dieper. We bereiken minder scholen, maar we hopen dat we op deze manier wel de kwaliteit van het onderwijs kunnen verbeteren. Motivatie van de school is hierbij het belangrijkste, want als de helft van de tijd de leerkrachten niet op komen dagen dan begin je niks.
Soms zakt de moed je in de schoenen als je de gesloten scholen ziet of 1 leerkracht met 3 klassen. Dan denk je: hoe gaan we dit ooit verbeteren! Maar er gebeuren ook mooie dingen. Zo is er een schooltje wat in een hut en in de kerk huist waar enthousiast wordt lesgegeven (zie foto’s) en waar het schoolhoofd gemotiveerd is om samen te werken. Een leerkracht die onze training heeft gevolgd probeert met haar beperkte kennis van onderwijzen (vaak het middelbaar onderwijs amper afgemaakt) in de praktijk te brengen wat ze geleerd heeft. Dat is erg leuk om te zien! We hopen en bidden dat deze strategie gaat werken.



1 opmerking:

HZ zei

Tsjonge zeg!
Dat is toch wel even anders dan hier in NL!

Succes met verbeteren/motiveren.

Groet,
Harold