Geschreven door Jacomien
Sinds afgelopen augustus werk ik
in het trainingsteam wat huist op de basisschool Koinonia maar valt onder de
hogeschool (STKIP). De training is een belangrijk onderdeel van het Oikonomos
programma hier, maar afgelopen jaar was het een beetje ingezakt. Er kwamen niet
veel mensen meer naar de training. We hebben in ons team 4 mensen waarvan er 3
nieuw zijn. We hebben tot nu toe het oude programma nog gevolgd, maar we merken
inderdaad dat de motivatie gedaald is, o.a. omdat er tegenwoordig veel andere
(slechte) overheidstrainingen worden gegeven waarvoor de mensen betaald worden
als ze komen. Dus je zit daar een week de training uit en je vangt zo’n 100
euro! Wij geven dus geen geld, maar willen kennis delen. We begonnen in
augustus met totaal 13 mensen waarvan nu in totaal maar 6 mensen de training
hebben afgemaakt. We geven 3x een training van 3 dagen. De eerste training gaat
voornamelijk over klassenmanagement, de tweede over rekenen en de derde over
taal, waarbij er elke dag hier op Koinonia in de klassen wordt geobserveerd hoe
ze het hier doen. ’s Middags maken we samen materialen die ze in de klas kunnen
gebruiken (bijv. rekenmuur en letter/woorden muur). De week na de training gaan
we de mensen observeren in hun eigen klas over hetgeen ze geleerd hebben in de
training. Tot nu toe nodigden we zowel scholen uit de stad als buiten de stad
uit. Als je rondloopt op de scholen zie je veel verschil. Met name de scholen
buiten de stad zijn er slecht aan toe. Het grootste probleem is dat de
leerkrachten soms niet op komen dagen. Zo stonden we al een keer voor een
gesloten school (ja sorry, de school is nog steeds niet open want varkens
hebben het grasveld kapotgemaakt (?). Ook gebeurt het regelmatig dat als we
gaan observeren de leerkrachten er niet zijn omdat er bijv. een begrafenis is
(dit gebeurt vaak en duurt minstens een
week). Dus is er bijv. 1 meester die heen en weer rent tussen 3 klassen. Er zijn
altijd excuses te vinden om niet naar school te komen. Zeker op
overheidsscholen is dit niet erg, want je ontvangt je salaris toch wel. Er zijn
verhalen over scholen ver buiten de stad waar de leerkracht 2x per jaar komt.
Aan het einde van het 1e semester en aan het einde van het 2e
semester om de leerlingen te testen en vervolgens over te laten gaan. Afgelopen
juni werd er in de kerk gedankt omdat 100% van alle leerlingen in Wamena over
waren gegaan! Kan je nagaan. Dat is belangrijk: over gaan. Maakt niet uit of je
de stof wel/niet beheerst. Wat opvalt in de klassen is dat de leerkracht een
monotoon verhaal houdt met weinig interactie. De enige interactie die er is is
dat de leerkracht een vraag stelt en het antwoord vast half voor zegt waarna de
hele klas tegelijk het antwoord roept/schreeuwt. Pas waren we op een schooltje
in klas 2 (gr. 4) rekenen aan het observeren. Het kindje wat naast me zat deed
niets. Toen ik voor had gelezen wat ze moest doen ging ze aan de slag. Bleek
dat ze nog niet kon lezen, want de meester die taal geeft is er meestal niet.
Dus dat beïnvloedt natuurlijk ook de andere vakken.
Na veel discussie en nadenken
hebben we een nieuwe strategie bedacht. Per januari gaan we ons richten op
scholen buiten de stad (die hebben het het hardste nodig). We hebben 3
uitvalswegen uitgekozen waarvan we beginnen met alle scholen uit te nodigen.
Ons plan is om aan elke weg minstens 1 pilot school te hebben, die in de
toekomst een voorbeeld zou kunnen zijn voor de omgeving. We nodigen eerst alle
schoolhoofden uit om ons plan uit te leggen. Vervolgens nodigen we de
leerkrachten uit voor een introductiedag. Aan de hand hiervan proberen we aan
te voelen welke scholen motivatie (heel belangrijk!) hebben om met ons samen te
werken. We willen dan langere tijd met hen samenwerken (minstens 2 jaar). Het is
dan de bedoeling dat we alle leerkrachten gaan trainen in de loop van die 2
jaar en de trainingen meer op maat maken voor wat nodig is voor die school. Ook
zullen we vaker gaan observeren. En de studenten van STKIP gaan ook op deze
scholen stagelopen (en hopelijk kunnen wat afgestudeerden ook op deze scholen
aan de slag). Verder willen we de taal- en rekenmethode die Martijn van Driel
aan het maken is introduceren op deze scholen. Al met al is het de bedoeling om
er een sterkere school van te maken die in zijn geheel getraind is en een
voorbeeld kan zijn voor de omgeving. Op deze manier is het dus niet maar een
paar dagen trainen, maar gaan we dieper. We bereiken minder scholen, maar we
hopen dat we op deze manier wel de kwaliteit van het onderwijs kunnen verbeteren.
Motivatie van de school is hierbij het belangrijkste, want als de helft van de
tijd de leerkrachten niet op komen dagen dan begin je niks.
Soms zakt de moed je in de
schoenen als je de gesloten scholen ziet of 1 leerkracht met 3 klassen. Dan denk
je: hoe gaan we dit ooit verbeteren! Maar er gebeuren ook mooie dingen. Zo is
er een schooltje wat in een hut en in de kerk huist waar enthousiast wordt
lesgegeven (zie foto’s) en waar het schoolhoofd gemotiveerd is om samen te
werken. Een leerkracht die onze training heeft gevolgd probeert met haar
beperkte kennis van onderwijzen (vaak het middelbaar onderwijs amper afgemaakt)
in de praktijk te brengen wat ze geleerd heeft. Dat is erg leuk om te zien! We
hopen en bidden dat deze strategie gaat werken.
1 opmerking:
Tsjonge zeg!
Dat is toch wel even anders dan hier in NL!
Succes met verbeteren/motiveren.
Groet,
Harold
Een reactie posten