Eerste Pinksterdag. We rijden op onze scooters naar de kerk. Langs de
kant van de weg lopen de mensen met hun mooiste kleren aan en hun Bijbel in de
hand naar hun kerk. In elke straat staat er wel één. Wamena telt zo’n 70 verschillende
kerken. Bij de kerk aangekomen wachten we buiten totdat de klok gaat luiden. De
kerk hoort om 9.00u te beginnen, maar soms begint de kerk ineens 8.45u of juist
pas 9.15u. Als de klok luidt haasten we ons naar binnen, want anders heb je
geen plaatsje en moet je buiten op het stoepje plaatsnemen. En als dat het
geval is, dan heb je met even geduld na verloop van tijd meestal toch wel een
plekje want er gaan altijd wel vrouwen met hun (huilende) kinderen de kerk uit.
De vrouwen gaan links zitten, de mannen rechts en de gezinnen in het middenpad.
Wij kiezen een plekje in het middenpad. Achter ons zit Peres Nekwek met zijn
gezin, bestuurslid van onze organisatie YKW. Iedereen is op z’n zondags.
Met de
meest bijzondere kleurcombinaties bij elkaar en allerlei frutsels in het haar. Meestal
kun je ruiken of ze in een hut wonen of niet. Want als ze uit de hut komen is
de geur van rook duidelijk te ruiken. Voor ons zit een vrouw met een mooi Papua
batik bloesje aan. Als je goed kijkt zie je de naam van een Spaanse voetbalclub
er op staan. Hm, geen idee wat dat met Papua te maken heeft. Naast haar zit een
vrouw met ook een mooi gekleurd bloesje. Oeps, er wordt reclame gemaakt voor
onafhankelijkheid van Papua op haar bloes. De jongen rechts naast ons heeft een
zwart shirt aan met grote letters YESUS erop. De kerk is propvol. Ik kijk om me
heen. Hoeveel mensen zouden er HIV/Aids hebben? Statistisch gezien een
heleboel, zo’n 1 op de 3. Dus zeker minstens 100 mensen zouden dit virus bij
zich moeten dragen. De houten bankjes staat dicht op elkaar. Zodra de dominee
en de kerkenraad binnenkomt gaat iedereen staan. Voorzichtig duwen we het
bankje voor ons iets naar voren zodat we onze knieën kwijt kunnen. Vandaag
hebben we ds. Malchus Nekwek. Daar zijn we blij om, want dat is eigenlijk de
enige dominee die we goed kunnen verstaan en volgen. De eigen dominee van de
kerk praat niet zo duidelijk en weet soms niet zo goed hoe hij de microfoon
moet gebruiken. Soms zet hij hem maar uit als hij niet goed werkt met als gevolg
dat we helemaal niets meer verstaan. De hele
liturgie in de GJRP is bijna hetzelfde als in Nederland. We zingen Psalm
116. Vandaag doet het keyboard weer dienst. De Psalmen zijn voorgeprogrammeerd
(inclusief fouten), dus is het een kwestie van een knopje omzetten. De
melodieën van de Psalmen zijn hetzelfde als de onze. Ongeveer in ieder geval. Ook
een aantal gezangen staan achter in het Psalmboek waar dan vaak van onderen
staat waaruit het vertaald is. Dan zie je ineens in het Nederlands: Op de wijs
van In bergen en in dalen. We zijn
inmiddels bij vers 3 aangekomen. Maar ja, dat is maar een half vers en het
keyboard heeft alleen hele verzen in zijn bestand. Geen probleem, dan zingen we
de tweede helft van vers 1 er gewoon nog een keer achteraan. De dominee preekt
uit Handelingen 2. Het gaat over de werking van de Heilige Geest. Hebben wij de
Heilige Geest al in ons hart? Hoe is dat bij ons? Stoppen we onze oren ervoor
dicht? Sluiten we ons hart ervoor? Of “slapen” we liever? (Hier in Papua zijn
net als in Nederland een hoop slapende christenen. De meeste mensen komen
gewoontegetrouw op zondag naar de kerk. Maar er is weinig persoonlijk geloof te
vinden, zeker onder de tweede en derde generatie). De eerste christenen waren
één. De Heilige Geest maakt ons één. Eén in Christus. Intussen wandelt er een
hond de kerk binnen. Op één dag werden er 3000 mensen bekeerd. Ds. Nekwek
vertelt dat er in Pass Valley nog niet eens 3000 mensen wonen. Hij haalt het 50-jarig
jubileum aan en blikt terug op de tijd dat het Evangelie hier binnenkwam. Ook
hier is het Koninkrijk van God begonnen, al duurde het jaren voordat de eerste
mensen gedoopt werden. Maar hoe is het nu? Bijna iedereen in Papua is christen.
Maar zijn we ook één in Christus? De eerste christenen waren goede getuigen
voor de buitenwereld en hun gemeente groeide. Hier in Wamena komen mensen niet
naar de kerk als ze een probleem met iemand anders hebben. De dominee
waarschuwt: zo kun je niet groeien! We moeten één zijn in Christus, overal; op
je werk, op school, in de kerk, enz. Dan wil de Heilige geest in je hart
werken. Bidt voor de kerk, dat de Geest Zijn werk kan doen. Een baby begint te
huilen. Maar gelukkig is moeders borst dichtbij. Een klein meisje voor ons van
een jaar of twee vindt het nogal lang duren en loopt wat heen en weer. Haar
moeder stopt haar grote zus wat geld in haar hand en grote zus gaat met haar
kleine zusje de kerk uit. Ds. Nekwek gaat verder. Hij heeft het over de
gewoonte van vingerkootjes afkappen als er iemand gestorven is. Hij zegt dat
dat nu niet meer hoeft. Dat hoorde bij de tijd toen ze nog heidenen waren. In
de rij naast ons zitten een paar oude mannen. Het licht valt door de ramen en
schijnt precies zo dat je de gaten kunt zien in hun neuzen. Ze knikken
instemmend als de dominee uitlegt hoe het ging toen de Heilige Geest werd
uitgestort. Hij haalt aan dat er een tijdje geleden in Pass Valley een
aardverschuiving was. Dat was een enorm geluid. Niemand wist wat het was.
Mensen raakten in de war. Zo was het ook toen de mensen op Pinksteren het
geluid van een harde wind hoorden maar het niet zagen. Vervolgens gingen de
apostelen in verschillende talen spreken. De mensen in Jeruzalem waren
vertegenwoordigt vanuit allerlei volken en talen. Net zoals wij hier in de kerk
zitten met mensen uit allerlei verschillende stammen of uit de “Kereformeerde
Kemeenten”. Wij kunnen elkaar niet verstaan als ieder in zijn eigen stamtaal
gaat spreken. Dat was bijzonder dat iedereen het in zijn eigen taal kon
verstaan! Grote zus komt terug met haar kleine zusje, een grote rode lolly in
haar mond, gehaald bij de kiosk een straatje verderop. Tevreden nestelt ze zich
tegen haar moeder aan. De mensen in Jeruzalem dachten dat de apostelen dronken
waren. Heeft u weleens een dronken man gezien ’s morgens vroeg om 9u? Nou,
iedereen in Wamena heeft weleens een dronken man gezien op straat, want dat
zijn er een heleboel. Maar meestal niet om 9u ’s morgens, maar vaak pas aan het
einde van de middag of ’s avonds. Een deur klappert hinderlijk. Er schijnt
niemand last van te hebben. Dichtdoen is geen optie, want aan de andere kant van
de deur zitten nog wat mensen die geen plaatsje in de kerk hebben kunnen
bemachtigen. De dominee roept de gemeente op om te bidden dat we kracht zullen
ontvangen van de Heilige Geest. Kracht om bijvoorbeeld de 10 geboden te
onderhouden. Hoe kun je die ontvangen? Lees je Bijbel, bidt elke dag. Je bent
gedoopt. En wie geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn die zal zalig worden.
Over dopen gesproken, glimlachend denk ik terug aan de laatste keer toen het
dopen was. De baby’s voorin de kerk moesten zo huilen tijdens de dienst dat de
dominee de moeders verzocht om de kerk uit te gaan met hun baby om ze vlak voor
het dopen weer naar binnen te roepen. Blijkbaar vinden sommige gemeenteleden en
kerkenraadsleden het te lang duren. Er is al 1,5 uur voorbij. De helft van de
kerkenraad is inmiddels ingedommeld. Maar de dominee is inmiddels bij punt 3,
dus het kan niet lang meer duren. En inderdaad, de dominee zegt: Amen. We gaan
samen bidden. De dominee bidt vandaag ook voor de “Kereformeerde Kemeenten” in
Nederland. Ook onze organisatie YKW en de theologische school (waar ook een
aantal leerkrachten van onze lerarenopleiding op werken) worden opgedragen in
het gebed.
Na het gebed en het zingen van een Psalm doet een ouderling de
mededelingen. Vandaag zijn het er 4. Soms gaat het weleens tot “ten elfde…”.
Hij legt nog maar eens een keer uit dat we de naam GJPI niet meer moeten
gebruiken. Dat het nu echt GJRP is (Gereja Jemaat Reformasi di Papua). Als hij
klaar is wordt de zegen uitgesproken. Bij het uitgaan van de kerk draait
iedereen zich om en geven mensen elkaar een hand en wensen elkaar een goede
zondag toe. We blijven nog even staan praten bij de kerk en stappen daarna weer
op onze scooter om weer naar huis toe te rijden.
Psalmgezang in de GJRP