Niet veel mensen zullen weten
waar het ligt, maar het afgelopen Paasweekend waren we in Ilu. Een dorp zo'n
half uur vliegen van Wamena. Er werden wat wenkbrauwen gefronst toen onze
collega's hoorden dat we die kant op wilden, want het gebied rond Ilu is een
toevluchtsoord voor vrijheidsstrijders en voortvluchtigen en de wegen rond Ilu
zijn niet echt veilig. We waren dus benieuwd wat we zouden aantreffen. Het was
nogal druk geweest in de dagen voor onze trip, dus echt tijd om ons te
oriënteren was er dus ook niet. We hadden niet echt een idee van wat ons te
wachten stond.
Op zaterdagochtend vliegen we
samen met Pieter & Anja en kids van Wamena naar Ilu. Daar aangekomen blijkt
het hele dorp te zijn uitgelopen om ons bij de airstrip op te wachten. Er wordt
ons weinig tijd gelaten om onze verblijfplaats op te zoeken, want er wordt op
ons gewacht: er moeten varkens worden gekeurd. Op het veld achter de kerk
aangekomen blijken er zeven varkens en heel veel mensen op ons staan te
wachten. Ze zijn duidelijk in de stemming voor een goed feest. Na een paar
welkomstpraatjes moeten de varkens worden gepijld. Dat is altijd weer een
spektakel met gillende en rondrennende varkens met een trosje mannen die aan
een touw hangen dat vastzit aan een achterpoot van het dier. Ivana vindt het
behoorlijk interessant - het gaat tenslotte toch om vlees -, maar niet iedereen
deelt deze interesse. Nadat de rust is teruggekeerd, gaan we op zoek naar de
plaats waar we zullen slapen.
In het guesthouse treffen we David
Scovill, daarna omgedoopt tot uncle Dave. Uncle Dave is ergens in de tachtig en
was begin jaren zestig de eerste missionaris die het evangelie in Ilu en
omstreken bracht. Hij arriveerde in Papua nog voor de Indonesiërs, zonder enige kennis over de
lokale Lani-taal. Binnen zes weken werd hem echter al gevraagd te preken. Hij
vertelde een eenvoudig Bijbelverhaal, maar de mensen waren niet tevreden. Hij
moest hetzelfde verhaal nog zeker vier keer herhalen en de laatste keer hadden
de mensen het verhaal zin voor zin gememoriseerd. Het vertalen van de Bijbel in
het Lani werd de hoofdtaak voor uncle Dave. Inmiddels is deze vertaling alweer
jaren geleden voltooid, maar is nog steeds een van de weinige complete
vertalingen van de Bijbel in een lokale Papuataal. Tot op de dag van vandaag
komt uncle Dave terug naar Ilu om les te geven en te preken. Zijn vrouw is
inmiddels niet meer in staat de reis te maken en blijft voortaan in Amerika. We
vergeten het vaak vanwege de enorme problemen die Papua tegenwoordig teisteren,
vanwege een samenleving die ten onder gaat aan HIV/Aids, geweld en geld, maar
in de jaren zestig zijn hier wonderlijke dingen gebeurd.
- Samen eten met uncle Dave -
Een paar uur later is het vlees
in de kookputten gaar en kan er gegeten worden. Ons valt de eer te beurt een
deel van het vlees te mogen snijden. Da's wel zo makkelijk, want zo kunnen we
voorkomen dat we zelf met hompen vet - volgens veel Papua's het lekkerste vlees
- opgezadeld zitten. Tjonge, wat zit er een enorme haas aan dit beest. We
kunnen er met z'n allen ruimschoots van eten.
Na de maaltijd worden de beide
Pieters verzocht de mensen toe te spreken. De een heeft het over veiligheid en
onderhoud van de vliegstrip, de ander over onderwijs. Dat blijkt heel wat los
te maken. Er wordt gevraagd om een nevenvestiging van onze school in Ilu te
openen. En om veel guru's te sturen, want 'we moeten Engels leren'. Voor de
guru's kan worden gezorgd: 'Stuur jullie studenten maar, dan leiden wij ze op
en kunnen ze hier gaan lesgeven'. Dat is niet helemaal het antwoord wat werd
verwacht. Daarom een ander idee: 'We willen dat jullie om de week hier naartoe
komen om hier zelf les te geven. Dus een week in Wamena, een week in Ilu'. We
houden voet bij stuk. Dit is een typisch probleem in Papua sinds Jakarta enorme
bedragen in Papua pompt. Mensen willen liever afhankelijk zijn van anderen dan
dat ze zelf een oplossing voor hun problemen zoeken. We leggen daarom uit dat
het veel beter is wanneer hun eigen jongeren een goede opleiding krijgen en
zelf les gaan geven. Zij kunnen zich veel beter staande houden op een plek als
deze. Het blijft een lastig verhaal. Dat hun eigen kinderen tot zoiets in staat
zijn kunnen ze eigenlijk niet geloven. Zie hier het resultaat van een kapot
onderwijssysteem waarin iedereen elkaar wijsmaakt dat Papua's dom en lui zijn.
Onze toespraak blijkt toch wel
indruk te hebben gemaakt, want zowel de wakil bupati (loco burgemeester maar
dan met bijna onbeperkte bevoegdheden) als de voorzitter van de classis waar de
kerk in Ilu toe behoort, zijn enthousiast. Ook komen er de volgende dagen een
aantal ouders langs. Ze willen hun kinderen bij ons inschrijven. Ik vraag of ze
al kunnen lezen en schrijven. 'Best al wel een beetje', zegt er een. Ik krab
achter m'n oren. Dat kan nog wat worden bij de selectie. Kinderen die in de
kampung voortgezet onderwijs volgen komen meestal niet door de toelating, omdat
hun niveau heel erg laag is. Wanneer we straks alle studenten uit Ilu moeten
weigeren, hoef ik hier nooit meer over onderwijs te komen praten.
Op zondag is het Pasen en gaan we
met z'n allen naar de kerk. Er zijn hier enorm veel kerken in de omgeving en
allen behoren tot de GIDI, de evangelische kerk van Indonesië (maar alleen te vinden in Papua).
Het interessante van deze kerk is dat ze niet is ontstaan uit een missie of een
zendingskerk, maar door Papua's zelf is opgericht. Het is het grootste
kerkverband in Papua en de leiders hebben veel invloed. Bijna alle politieke
leiders in Papua zijn afkomstig uit deze kerk. De GIDI is een echte lokale kerk
met heel weinig invloeden van buitenaf.
Vandaag is er een gezamenlijke
dienst vanwege Pasen. De vrouwen zitten links, de mannen rechts. Op de grond.
Dat is handig, want zodoende passen er altijd meer mensen bij. Dat is alleen
een kwestie van schuiven. Dat gebeurt dan ook volop, want het is erg druk. Uiteindelijk
zitten er ongeveer 800 mensen op de grond. Jammer genoeg voor uncle Dave doet
de geluidsinstallatie het niet, dus we kunnen zijn stem nauwelijks horen. Niet
dat dat veel zou hebben geholpen, want hij preekt in het Lani. De mensen die
hem wel kunnen horen (ongeveer de voorste helft van de kerk) luistert echter
bijzonder aandachtig. Dat is vaak wel anders in de kerken in Wamena, waar
mensen vaak hun tijd uitzitten.
Het is erg leuk om tijdens deze
dagen weer eens op te kunnen trekken met familie. We hebben daar erg van
genoten. De kinderen van Pieter & Anja hadden we al bijna twee jaar niet
meer gezien. We wonen dan wel op hetzelfde eiland, maar Nabire is niet echt
naast de deur. We hopen dat we in de toekomst nog vaker een trip zoals deze
kunnen maken, want het is heel goed om zo af en toe bij te kunnen praten en
ervaringen te delen over het leven in Papua.
Wat ons vooral bijblijft is het
echtheid van het geloof en de enorme gastvrijheid van de mensen. Wanneer we op
dinsdagochtend vertrekken, blijkt dat we de restjes van de kookput meekrijgen:
vier enorme varkenspoten. Omgerekend moet dit al snel om een bedrag van
honderden euro's gaan. We stellen voor het vlees te verdelen met lokale mensen
die ons hebben geholpen. Maar daar kan geen sprake van zijn. Ze hebben nog
liever dat we het vlees uit het vliegtuig boven de bossen van Papua dumpen dan
dat we het vlees niet meenemen. 'We willen leren geven', zeggen ze. Dat wij ook
nog wel wat te leren hebben, is wel duidelijk, want het is helemaal niet zo makkelijk
om zoiets groots te aanvaarden. Uiteindelijk neemt elk gezin twee poten voor
z'n rekening.
- We vliegen weer terug met onze 'privé-piloot' -
Zo rijden we dinsdagochtend door
Wamena weer naar onze campus. Met twee varkenspoten voorop de motor. Eentje
voor onze collega's, eentje voor m'n mentorstudenten. Als je maar lang genoeg
in Papua woont, leer je vanzelf de vreugde van samen delen.
Pieter