23 december 2014

De feestmaand december

Iedereen vindt december een feestmaand. En dat is ook zo. We hebben de ene kerstviering na de ander. Ook Sinterklaas werd niet overgeslagen. Er wonen inmiddels 9 Nederlandse gezinnen in Wamena, dus genoeg mensen om er een écht Nederlands feest van te maken! Voor ons is deze maand extra feestelijk want Pieter vierde zijn verjaardag op 8 december en Ivana is vandaag jarig. 


Ook mochten we ons 12,5 jarig huwelijk op 20 december vieren. We hebben een uitstapje gemaakt naar een meer wat hoog in de bergen ligt (3600 m) en genoten van allerlei Nederlandse lekkernijen. Iedereen hartelijk bedankt voor alle gelukwensen, goede wensen, kaarten, kadootjes etc. Fijn dat jullie ons niet vergeten!
Uitje naar de waterval met Pieters mentorstudenten ter ere van zijn verjaardag.

Maarten is momenteel op bezoek en daar genieten we met z’n allen van. We zijn verwend met allerlei spullen die met hem meekwamen vanuit Nederland. 

We willen iedereen Gods zegen voor het Kerstfeest toewensen en voor het nieuwe jaar 2015! Bedankt voor jullie gebed en ondersteuning in het afgelopen jaar! We zijn God dankbaar dat Hij zo bijzonder heeft voorzien in zowel het financiële als in onze dagelijkse behoeften het afgelopen jaar.

Kerstviering internationale school

Kerstviering STKIP

Tip voor de kerstvakantie: Maak je eigen oliekaarsje van een sinaasappel!


10 november 2014

Foto's oktober 2014

Op één of andere manier is er veel gebeurd in oktober! Deze foto's horen bij de herfsteditie van de Wiltlife nieuwsbrief. Ontvangt u die nog niet? Meld u snel aan via nieuwsbrieffamvanderwilt@gmail.com.

Hoogtepunt in oktober was natuurlijk de diploma uitreiking.



Met traditionele kookput.

 Stammenoorlog. Deze foto heeft onze directeur gemaakt.
De mannen zitten te wachten op het commando om de strijd aan te gaan.
Er zijn zeker 5 mensen omgekomen.

Zo kwamen ze voor ons huis langs gerend. We zijn die dag niet van ons complex af geweest.

Ons bestuurslid Peres Nekwek wordt bevestigd als dominee in de GJRP.

 Stagebezoek.

 Bezoek van Bijzondere Noden aan onze organisatie.

Dit is de volgende lichting studenten die volgend schooljaar hopen af te studeren.
Hier hebben ze net hun onderzoeksvoorstel gepresenteerd.

 Cooking class met de collega's van STKIP (wraps en club sandwich).

Fall festival met de blanke gemeenschap. Een nachtje kamperen in de tuin van de Vreugdenhils.

Vorige maand hadden we een retreat met de hele staf van YKW.




29 oktober 2014

15 studenten studeren af aan STKIP

Op de achterste rij de 15 studenten die afstuderen en op de voorste rij de docenten en wat belangrijke mensen.

Op 17 oktober was het zover: de diploma-uitreiking. In totaal studeerden 15 studenten af en kregen hun diploma's uitgereikt. De studenten hebben er lang naar uitgekeken. Eind juni waren de meeste studenten al klaar met hun scriptie, maar moesten er nog een aantal zaken worden afgerond. Vandaar dat de wisuda - zoals de diploma-uitreiking hier wordt genoemd - pas nu kon plaatsvinden. Niet alleen de afstudeerders zelf hadden het druk met de voorbereidingen, maar ook de andere studenten en wij als staf waren er druk mee. In Wamena gaat niets vanzelf en daarom kost het regelen van een dergelijke gebeurtenis behoorlijk wat improvisatie- en aanpassingsvermogen. Afgelopen jaar was ik er nog van overtuigd dat ik me als Nederlander maar beter niet met de organisatie kon bemoeien, maar dit jaar was ik toch de klos. Hier een korte impressie van hoe de dag verliep:

We staan 's ochtends iets voor zessen op, want ik wil erbij zijn wanneer de varkens voor de kookput worden gepijld. Gelukkig hebben de studenten gewacht tot een aantal ouders van de afstudeerders zijn gearriveerd. Bij elkaar hebben we vijf varkens dit jaar, waaronder twee flinke exemplaren. Dat is behoorlijk veel, want er zijn maar 15 studenten die afstuderen. Vier varkens zijn door verschillenden van hen geschonken, het vijfde beest hebben ze samen op de markt gekocht. Alles bij elkaar toch goed voor zo'n 2500 euro. De vader van Seles (ze studeert vandaag af en werkt nu als kersverse docent wiskunde op STKIP) schiet de varkens één voor één een pijl in de bast. Hij heeft duidelijk ervaring, want de varkens zijn zo dood.

Ondertussen gaan de dames onder de afstudeerders richting de stad, naar de salon, om hun haar en gezicht te laten doen. Erg veel haast hebben ze nog niet, ze hebben duidelijk besloten uitgebreid te genieten van alles. Het is inmiddels iets over half 8. Om negen uur moeten ze verzamelen en klaar staan voor de wisuda die om tien uur gaat beginnen. Een wisuda is zo'n beetje het enige in dit land wat echt op tijd begint. Ik ga naar de aula waar de diploma-uitreiking zal plaatsvinden. Gisteravond is er nog lang gewerkt om alles netjes te krijgen. Er is een groot podium gebouwd en de tussenwanden zijn weggehaald zodat er zo'n 200 mensen binnen kunnen zitten. Het ziet er allemaal goed uit.

We krijgen bericht dat de bupati (soort superburgemeester) van ons district naar de uitreiking zal komen. Dat is bijzonder, want hij is de machtigste man in dit gebied, maar heeft zich nooit veel aan onze school gelegen laten liggen. Zijn bezoek dient vast een politiek doel, maar we komen er nog niet zo gauw achter wat dat precies kan zijn. De gouverneur en een aantal andere hoge functionarissen zijn ook uitgenodigd, maar vanwege de inauguratie van de nieuwe Indonesische president verwachten niet dat ze aanwezig zullen zijn.

Gelegenheidskoortje

Het is inmiddels ruim na negenen en ik vertrek met m'n toga onder m'n arm naar de ruimte waar we zullen verzamelen. Sinds ik volledig op STKIP werk, zit ik daar in het management team en daarom zit ik vanochtend niet tussen het publiek in de zaal, maar samen met de rest van het management op het podium achter een mooie tafel om de diploma's uit te reiken. Helaas moet dat in toga, maar gelukkig vinden de studenten me er erg goed uit zien in m'n zwarte gewaad. Tegen tienen gaan we ons opstellen, de studenten voorop, daarachter de senaat - zoals ze ons vandaag noemen - en daarachter de belangrijkste genodigden. De bupati is er nog niet, maar die is zo belangrijk dat niemand verwacht dat hij op tijd komt. Wel jammer dat de dames onder de afstudeerders er ook nog niet zijn.

Gelukkig arriveert klokslag tien uur een auto met angstige gezichten achter de ruiten: daar zijn ze. Gelijk opstellen en naar binnen schrijden alsjeblieft. Helaas ontbreekt er nog één. We besluiten niet langer te wachten. We vinden discipline belangrijk, dus we besluiten deze student nog een laatste keer een les te leren, voordat ze zelf aan de slag mag met laatkomers in de klas.

De diploma-uitreiking begint. Een lange zit van bijna drie uur, met dank aan een aantal hoge gasten die het woord krijgen en het maar moeilijk weer kunnen afstaan. Het hoogtepunt is de overhandiging van het diploma. De kwast wordt door de directeur  van links naar rechts verhuisd en ik geef de map met het diploma. Tenminste, dat lijkt zo, want de map is eigenlijk leeg. De studenten krijgen namelijk pas hun diploma wanneer ze een afgesproken periode hebben lesgeven in het binnenland.


Na de plechtigheid zijn de varkens gaar om gegeten te worden. Er is erg veel varkensvlees en de meeste mensen gaan met een flinke plastic zak met restanten naar huis. Dan hoeven ze 's avonds niet te koken. Als ze nog honger hebben tenminste.


We zijn heel blij en dankbaar dat er weer 15 studenten zijn afgestudeerd. Het lijkt niet veel wanneer we kijken naar de nood in het onderwijs in Papua. Maar we hebben intussen afgeleerd om het te verwachten van aantallen. Eén goede, gemotiveerde leerkracht heeft meer impact dan honderd die hun diploma bijna cadeau hebben gekregen, zoals op andere scholen gebeurt. Deze 15 zijn de enigen van een groep van ongeveer 60 studenten die de eindstreep hebben gehaald. Er zijn dus veel studenten die om allerlei redenen moeten opgeven of het niet meer zien zitten. Wat we zien gebeuren lijkt veel op de geschiedenis van Gideon. En we weten dat God sinds Gideon niet veranderd is. En daarom vertrouwen we ook dat Hij deze jonge leerkrachten zal gebruiken volgens Zijn plan. Daar getuige van te zijn maakt ons blij en geeft ons een dankbaar hart. 

Seles (die nu docent aan STKIP is geworden) met haar trotse ouders!!

8 september 2014

Stagebezoek in het binnenland

We wonen nu alweer ruim drie jaar in Indonesië en daarom is het af en toe goed om jezelf eens af te vragen wat er in die tijd is bereikt. De problemen in Papua zijn zo groot en de situatie in het onderwijs is zo bedroevend, dat je jezelf weleens afvraagt waar je het eigenlijk allemaal voor doet. Er zijn natuurlijk wel resultaten, maar die zijn vaak beperkt en worden soms weer tenietgedaan door nieuwe problemen.

Afgelopen jaar zijn er 50 studenten afgestudeerd, dit jaar 15. Velen van de eerste groep studenten geven les op een school in het binnenland, de studenten van de tweede groep doen dat allemaal. Dat klinkt natuurlijk wel aardig, maar er zijn een paar duizend scholen in de binnenlanden die niet functioneren. Ze hebben zo'n negatieve impact op de ontwikkeling van kinderen, dat het eigenlijk beter zou zijn wanneer er helemaal geen onderwijs werd gegeven. Met het trainen van leerkrachten is het al niet veel beter gesteld. Velen zullen nooit veranderen, hoeveel trainingen ze ook volgen. Wanneer de wil en de overtuiging ontbreken, is er weinig hoop.

Of dit de beste manier is om succes te meten is natuurlijk maar de vraag. Afgelopen week ging ik (Pieter) op bezoek bij een aantal oud-studenten die lesgeven in Eragayam en Bokondini, een uur of drie buiten Wamena. Ik kon het bezoek mooi combineren met stagebezoek aan een paar studenten die hun eindstage doen op dezelfde scholen. Beide scholen dragen de naam Ob Anggen, dat betekent 'Goed Fruit' in de lokale taal. De school in Bokondini bestaat bijna zes jaar, die in Eragayam bijna vier. Beide scholen zijn ontstaan doordat de lokale gemeenschap goed onderwijs wilde voor hun kinderen. Met behulp van een Amerikaans gezin is de school opgericht. Het management is in handen van lokale mensen en de meeste leerkrachten zijn Papua. De scholen zijn ontstaan ondanks het feit dat er in Bokondini en Eragayam gewoon al overheidsscholen zijn. De leerkrachten van de scholen sturen inmiddels hun eigen kinderen ook maar naar Ob Anggen. In een paar jaar tijd is Ob Anggen uitgegroeid tot waarschijnlijk de beste school in het oostelijk deel van Indonesië en een bron van inspiratie voor de dorpen rondom.

Ik begin mijn bezoek in Eragayam, waar we nogal te laat aankwamen doordat we een verkeerde afslag namen. Eragayam ligt hoog op een berg en je kunt je geen verlatener plaats voorstellen. Door de hoge ligging is het er 's nachts koud en regent het er vaak, iets waar Papua's niet echt van houden. In ongeveer drie jaar tijd is er door de lokale gemeenschap een weg van een paar kilomter aangelegd, zodat motor's en auto's met vierwielaandrijving bij de school kunnen komen. Ook hebben ze een schoolgebouw gebouwd en huizen voor het personeel.

Op deze plaats ontmoet ik Indas, een paar maanden daarvoor afgestudeerd van STKIP. Deze dag is er een speciaal programma, omdat er nog een aantal Amerikaanse gasten zijn. Indas is de coordinator van de dag en is druk met het regelen van het Bijbelverhaal, de Engelse les en de spelletjes buiten in de modder.

Indas

Indas heeft nooit voor de makkelijkste weg gekozen en is daarom waarschijnlijk op deze plaats terecht gekomen. Hij heeft op straat geleefd totdat hij in een huis voor straatkinderen terecht kwam. Daar is hij gevormd en heeft hij geleerd wat zelfopoffering is. Vervolgens heeft hij vier jaar op STKIP gestudeerd. Juist omdat veel van zijn vrienden het werk op een school als Ob Anggen een beetje te uitdagend vonden, heeft hij zich aangemeld. Ik vraag hem wat hij de grootste uitdaging vindt van het leven in Eragayam. Dat zijn niet de hele lange werkdagen, ook niet het nogal eenzijdige voedsel en ook niet het gebrek aan afleiding. De grootste uitdaging is de kou 's avonds, want hij had de eerste week z'n blauwe trui niet bij zich. Voor de rest gaat het prima.

's Middags en de volgende dag ben ik in Bokondini. Bokondini wordt binnenkort waarschijnlijk de districtshoofdstad van een nieuw district en daarom trekken er nu al veel mensen naartoe. Ook veel 'pendatang', mensen van andere eilanden. Dat zorgt voor de nodige spanningen, maar de kinderen op Ob Anggen leren dat verschillen in huidskleur niet betekenen dat je elkaar naar het leven moet staan.  Ik bezoek onze studenten die bezig zijn met hun stage, Erelince en Roy. Gedurende een aantal maanden wonen ze hier en draaien mee als gewonen leerkrachten. Erelince geeft les bij de kleuters, Roy is multi getalenteerd en geeft voornamelijk Science en Arts (waarbij hij en-passant een hoop nieuw lesmateriaal ontwikkelt), hoewel hij eigenlijk student Engels is.

De verschillen met andere scholen zijn enorm. Kinderen in grade 2 (groep 4) kunnen een eenvoudig gesprek in het Engels voeren en kinderen in grade 6 (groep 8) spreken het al bijna vloeiend. De rekenvaardigheden liggen veel hoger dan gemiddeld, want wanneer ik een net vol ananassen koop en vraag hoeveel het kost wanneer ik er 11 voor 5.000 per stuk koop, dan noemen ze gelijk de prijs. Op geen enkele andere plaats in Papua is me dat tot nu toe gebeurt. Het belangrijkste resultaat van Ob Anggen is echter dat het kinderen leert om voor God te leven, dat hun leven waarde heeft en hen stimuleert om zelfstandig na te denken en hun creativiteit te gebruiken om zich te ontplooien. Dit staat niet alleen haaks op het onderwijs in Papua, maar ook op dat in de rest van het land.

Helga


Hier in Bokondini werken ook Helga en Onetha, twee oud-studenten van STKIP. Ze werken hier nu meer dan een jaar en hebben zich in die tijd enorm ontwikkelt. Zo goed zelfs, dat het me spijt dat onze eigen kids nooit les van ze zullen krijgen. Helga geeft vooral in de hogere klassen les en houdt de kinderen (die hier behoorlijk wild zijn) met gemak onder controle, terwijl ze altijd vreugde en enthousiasme uitstraalt. 

Onetha

Onetha geeft vooral les in klas 2. Ze heeft haar kinderen al zover dat ze in het Engels vragen of ze naar de WC mogen, hun punt mogen slijpen etc. Onetha krijgt het regelmatig te kwaad wanneer ze ziet met wat voor problemen haar kinderen te maken hebben. Dat klinkt een beetje soft, maar in Papua is dat volkomen in orde. Toen ik haar met de kinderen bezig zag, begrijp ik eigenlijk pas wat het betekent wanneer Jezus een kind apart neemt en zegt:"Wie een kind ontvangt in mijn naam, die ontvangt mij". Haar familie vindt het maar niks dat ze hier werkt, vertelt ze. Die zien haar liever bij de overheid, waar ze goed zou verdienen om zo de familie te helpen. Dat ze hier zit, heeft verder niets te maken met verheven idealen. Ze is hier omdat ze van de kinderen houdt. Daar is ze God dankbaar voor.

Ik denk opnieuw na over de resultaten die we hebben behaald. Wie is succesvol in het leven? De gouverneur van Papua, die als een koning het eiland regeert? Het districtshoofd met z'n dikke buik, omdat hij altijd meer dan genoeg te eten heeft? Degene waar iedereen tegenop kijkt of het meeste geld heeft? Als ik wat dat betreft naar de Papua's kijk, dan kijk ik vooral in een spiegel. De verschillen zijn niet zo groot.

Als ik het stuk in de Bijbel lees over het ontvangen van een kind (Markus 9: 30 - 37), dan blijkt succes in het leven toch wel een iets andere definitie te krijgen. Dan blijken aantallen niet zo heel erg belangrijk. Dan ligt het misschien ook wel voor de hand dat je eerst naar een uithoek van de wereld moet om dat te begrijpen.


Eerlijk gezegd heb ik die dag meer opgestoken van onze oud-studenten dan zij van mij. En zo hoort het ook. Het goede voorbeeld geven zonder jezelf bijzonder te vinden. En tegelijk de beste leerkrachten van Papua te zijn.   

21 augustus 2014

Er is er één jarig hoera, hoera...!!

Na een heleboel nachtjes tellen was het eindelijk zover, onze Julia is vandaag 10 jaar geworden! Ja, ze is niet klein meer! Echt al een grote meid. Je kunt dat aan alles merken. Leuk is dat om te zien. Julia helpt graag in de keuken en is een hele goede opruimer. En wat kun je ze blij maken met een kadootje! Ze is met werkelijk alles blij en geeft je een dikke knuffel voor elk kadootje.

Vandaag was ook de eerste schooldag voor  onze kinderen na een 3 maanden lange vakantie, extra feest dus. Omdat het gisteren de laatste dag van de vakantie was hebben we gisteren alvast haar feestje voor de vriendinnetjes gevierd. Het was een echt bakfeestje. De uitnodigingen waren cupcake-notitieboekjes. Op het feestje mochten de kinderen zelf hun pizza maken. Ook hebben ze een potje cakemix gemaakt en versierd voor 12 cupcakes. Julia (en de vriendinnetjes) hebben er erg van genoten!


Vanmiddag en vanavond is er nog visite geweest. Julia had appeltaart en worteltaart gekozen. En voor het avondeten tomatensoep met (kruiden)stokbrood en pannenkoekjes. Het was erg lekker! Jammer dat Skype het vandaag niet deed!



Vorige week zaterdag was het de laatste keer dat we kids club hadden met de lokale kinderen hier uit de buurt. We vonden het leuk om ook met hen Julia’s verjaardag vieren dus hebben we uitgepakt met een groot feest. De kinderen mochten een feestmuts uitkiezen (leve de Action ; ). Er waren alleen niet genoeg blauwe en er waren best veel jongens. Maar tot onze grote verbazing kozen de meeste jongens een roze muts. Geen probleem hier in Indonesië. We begonnen het feest net zoals we de gewone kids club middagen deden: zingen, bidden, verhaal uit de bijbel en een voorleesverhaal. Dit keer geen knutselwerkje, maar oud-Hollandse spelletjes in de tuin. Wat een plezier hadden de kinderen met o.a. blikgooien, zaklopen en spijkerpoepen. Aan het einde van de middag werd er heerlijk met het speelgoed gespeeld, gekleurd en werden er zelfs Nederlandse Donald Ducken ‘gelezen’. Zelfs ibu Berina (onze hulp) zat op een gegeven moment mee te kleuren. (Haar kinderen kwamen ook naar de club). Toen ze naar huis gingen kregen ze allemaal een verrassingszakje. Vooral de tandenborstel en tandpasta viel in goede aarde bij velen van hen! Zo leuk om hun blijde gezichten te zien. We hebben met z’n allen erg genoten. Maar een paar kinderen hadden een kadootje meegebracht. Julia zei later: “Dat geeft niet hoor. Het grootste kado vond ik dat alle kinderen er zo erg van genoten.”



4 juli 2014

Pinksteren in Wamena


Eerste Pinksterdag. We rijden op onze scooters naar de kerk. Langs de kant van de weg lopen de mensen met hun mooiste kleren aan en hun Bijbel in de hand naar hun kerk. In elke straat staat er wel één. Wamena telt zo’n 70 verschillende kerken. Bij de kerk aangekomen wachten we buiten totdat de klok gaat luiden. De kerk hoort om 9.00u te beginnen, maar soms begint de kerk ineens 8.45u of juist pas 9.15u. Als de klok luidt haasten we ons naar binnen, want anders heb je geen plaatsje en moet je buiten op het stoepje plaatsnemen. En als dat het geval is, dan heb je met even geduld na verloop van tijd meestal toch wel een plekje want er gaan altijd wel vrouwen met hun (huilende) kinderen de kerk uit. De vrouwen gaan links zitten, de mannen rechts en de gezinnen in het middenpad. Wij kiezen een plekje in het middenpad. Achter ons zit Peres Nekwek met zijn gezin, bestuurslid van onze organisatie YKW. Iedereen is op z’n zondags.


Met de meest bijzondere kleurcombinaties bij elkaar en allerlei frutsels in het haar. Meestal kun je ruiken of ze in een hut wonen of niet. Want als ze uit de hut komen is de geur van rook duidelijk te ruiken. Voor ons zit een vrouw met een mooi Papua batik bloesje aan. Als je goed kijkt zie je de naam van een Spaanse voetbalclub er op staan. Hm, geen idee wat dat met Papua te maken heeft. Naast haar zit een vrouw met ook een mooi gekleurd bloesje. Oeps, er wordt reclame gemaakt voor onafhankelijkheid van Papua op haar bloes. De jongen rechts naast ons heeft een zwart shirt aan met grote letters YESUS erop. De kerk is propvol. Ik kijk om me heen. Hoeveel mensen zouden er HIV/Aids hebben? Statistisch gezien een heleboel, zo’n 1 op de 3. Dus zeker minstens 100 mensen zouden dit virus bij zich moeten dragen. De houten bankjes staat dicht op elkaar. Zodra de dominee en de kerkenraad binnenkomt gaat iedereen staan. Voorzichtig duwen we het bankje voor ons iets naar voren zodat we onze knieën kwijt kunnen. Vandaag hebben we ds. Malchus Nekwek. Daar zijn we blij om, want dat is eigenlijk de enige dominee die we goed kunnen verstaan en volgen. De eigen dominee van de kerk praat niet zo duidelijk en weet soms niet zo goed hoe hij de microfoon moet gebruiken. Soms zet hij hem maar uit als hij niet goed werkt met als gevolg dat we helemaal niets meer verstaan. De hele  liturgie in de GJRP is bijna hetzelfde als in Nederland. We zingen Psalm 116. Vandaag doet het keyboard weer dienst. De Psalmen zijn voorgeprogrammeerd (inclusief fouten), dus is het een kwestie van een knopje omzetten. De melodieën van de Psalmen zijn hetzelfde als de onze. Ongeveer in ieder geval. Ook een aantal gezangen staan achter in het Psalmboek waar dan vaak van onderen staat waaruit het vertaald is. Dan zie je ineens in het Nederlands: Op de wijs van In bergen en in dalen. We zijn inmiddels bij vers 3 aangekomen. Maar ja, dat is maar een half vers en het keyboard heeft alleen hele verzen in zijn bestand. Geen probleem, dan zingen we de tweede helft van vers 1 er gewoon nog een keer achteraan. De dominee preekt uit Handelingen 2. Het gaat over de werking van de Heilige Geest. Hebben wij de Heilige Geest al in ons hart? Hoe is dat bij ons? Stoppen we onze oren ervoor dicht? Sluiten we ons hart ervoor? Of “slapen” we liever? (Hier in Papua zijn net als in Nederland een hoop slapende christenen. De meeste mensen komen gewoontegetrouw op zondag naar de kerk. Maar er is weinig persoonlijk geloof te vinden, zeker onder de tweede en derde generatie). De eerste christenen waren één. De Heilige Geest maakt ons één. Eén in Christus. Intussen wandelt er een hond de kerk binnen. Op één dag werden er 3000 mensen bekeerd. Ds. Nekwek vertelt dat er in Pass Valley nog niet eens 3000 mensen wonen. Hij haalt het 50-jarig jubileum aan en blikt terug op de tijd dat het Evangelie hier binnenkwam. Ook hier is het Koninkrijk van God begonnen, al duurde het jaren voordat de eerste mensen gedoopt werden. Maar hoe is het nu? Bijna iedereen in Papua is christen. Maar zijn we ook één in Christus? De eerste christenen waren goede getuigen voor de buitenwereld en hun gemeente groeide. Hier in Wamena komen mensen niet naar de kerk als ze een probleem met iemand anders hebben. De dominee waarschuwt: zo kun je niet groeien! We moeten één zijn in Christus, overal; op je werk, op school, in de kerk, enz. Dan wil de Heilige geest in je hart werken. Bidt voor de kerk, dat de Geest Zijn werk kan doen. Een baby begint te huilen. Maar gelukkig is moeders borst dichtbij. Een klein meisje voor ons van een jaar of twee vindt het nogal lang duren en loopt wat heen en weer. Haar moeder stopt haar grote zus wat geld in haar hand en grote zus gaat met haar kleine zusje de kerk uit. Ds. Nekwek gaat verder. Hij heeft het over de gewoonte van vingerkootjes afkappen als er iemand gestorven is. Hij zegt dat dat nu niet meer hoeft. Dat hoorde bij de tijd toen ze nog heidenen waren. In de rij naast ons zitten een paar oude mannen. Het licht valt door de ramen en schijnt precies zo dat je de gaten kunt zien in hun neuzen. Ze knikken instemmend als de dominee uitlegt hoe het ging toen de Heilige Geest werd uitgestort. Hij haalt aan dat er een tijdje geleden in Pass Valley een aardverschuiving was. Dat was een enorm geluid. Niemand wist wat het was. Mensen raakten in de war. Zo was het ook toen de mensen op Pinksteren het geluid van een harde wind hoorden maar het niet zagen. Vervolgens gingen de apostelen in verschillende talen spreken. De mensen in Jeruzalem waren vertegenwoordigt vanuit allerlei volken en talen. Net zoals wij hier in de kerk zitten met mensen uit allerlei verschillende stammen of uit de “Kereformeerde Kemeenten”. Wij kunnen elkaar niet verstaan als ieder in zijn eigen stamtaal gaat spreken. Dat was bijzonder dat iedereen het in zijn eigen taal kon verstaan! Grote zus komt terug met haar kleine zusje, een grote rode lolly in haar mond, gehaald bij de kiosk een straatje verderop. Tevreden nestelt ze zich tegen haar moeder aan. De mensen in Jeruzalem dachten dat de apostelen dronken waren. Heeft u weleens een dronken man gezien ’s morgens vroeg om 9u? Nou, iedereen in Wamena heeft weleens een dronken man gezien op straat, want dat zijn er een heleboel. Maar meestal niet om 9u ’s morgens, maar vaak pas aan het einde van de middag of ’s avonds. Een deur klappert hinderlijk. Er schijnt niemand last van te hebben. Dichtdoen is geen optie, want aan de andere kant van de deur zitten nog wat mensen die geen plaatsje in de kerk hebben kunnen bemachtigen. De dominee roept de gemeente op om te bidden dat we kracht zullen ontvangen van de Heilige Geest. Kracht om bijvoorbeeld de 10 geboden te onderhouden. Hoe kun je die ontvangen? Lees je Bijbel, bidt elke dag. Je bent gedoopt. En wie geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn die zal zalig worden. Over dopen gesproken, glimlachend denk ik terug aan de laatste keer toen het dopen was. De baby’s voorin de kerk moesten zo huilen tijdens de dienst dat de dominee de moeders verzocht om de kerk uit te gaan met hun baby om ze vlak voor het dopen weer naar binnen te roepen. Blijkbaar vinden sommige gemeenteleden en kerkenraadsleden het te lang duren. Er is al 1,5 uur voorbij. De helft van de kerkenraad is inmiddels ingedommeld. Maar de dominee is inmiddels bij punt 3, dus het kan niet lang meer duren. En inderdaad, de dominee zegt: Amen. We gaan samen bidden. De dominee bidt vandaag ook voor de “Kereformeerde Kemeenten” in Nederland. Ook onze organisatie YKW en de theologische school (waar ook een aantal leerkrachten van onze lerarenopleiding op werken) worden opgedragen in het gebed. 


Na het gebed en het zingen van een Psalm doet een ouderling de mededelingen. Vandaag zijn het er 4. Soms gaat het weleens tot “ten elfde…”. Hij legt nog maar eens een keer uit dat we de naam GJPI niet meer moeten gebruiken. Dat het nu echt GJRP is (Gereja Jemaat Reformasi di Papua). Als hij klaar is wordt de zegen uitgesproken. Bij het uitgaan van de kerk draait iedereen zich om en geven mensen elkaar een hand en wensen elkaar een goede zondag toe. We blijven nog even staan praten bij de kerk en stappen daarna weer op onze scooter om weer naar huis toe te rijden.

Psalmgezang in de GJRP 

4 juni 2014

Vaderdagactie TFC Van der Wilt

Dit jaar hoeft u niet lang na te denken over een origineel Vaderdagcadeau. Bestel snel bij ons:

Een heerlijke ambachtelijke appeltaart van Bakker Boer (6-8 stukken).

Een pakketje zwarte bessenproducten: wijn (270 ml), sap (250 ml) en jam van Boonman’s Wijnmakerij.

Per verkocht product komt €1,50 ten goede aan het werk van Pieter en Jacomien van der Wilt. 






De bestelstrook kan (uiterlijk D.V. maandag 9 juni) worden ingeleverd op:

- Noordstraat 7 en Oude Bosstraat 1 in Kapelle.
- Of mail uw bestelling door naar tfcvdwilt@gmail.com

Uw bestelling kan tijdens de Petrakerkdag in Kapelle D.V. 14 juni (de dag vóór Vaderdag) opgehaald worden in de kraam van TFC Van der Wilt. Woont u niet in Kapelle en wilt u toch bestellen? Misschien hebt u kennissen in Kapelle die het voor u op kunnen halen in de kraam of mail de TFC (tfcvdwilt@gmail.com) dan proberen we iets voor u te regelen.



Op de foto als echte Papua, compleet met pijl en boog?











Ook dat kan tijdens de Petrakerkdag!


Of kom naar de kraam van onze TFC voor:

- Bakmix van de heerlijke Indonesische Kruidcake
- Sieraden uit Papua
- Informatie over het leven en werk van Fam. v.d. Wilt
- En nog veel meer….

Tot ziens!


" ---------------------------------------------------------------------------------------------------------

Naam:                         …………………………………………………………….
Adres:                         …………………………………………………………….
Woonplaats:               …………………………………………………………….
Tel. nummer:              …………………………………………………………….

Artikel
Aantal
Prijs
Totaal
Appeltaart

€ 4,50

Bessenpakket

€ 7,50



20 mei 2014

Papua's buigen zich over Rupsje Nooitgenoeg


Geschreven door Jacomien

Vandaag weer eens een trainingsdag gehad voor leerkrachten van preschool, kleuterklas en zondagsschool. Mijn gedeelte ging over creativiteit. Superleuk om te doen! Ik heb weer veel interessante dingen gezien. Ik legde uit dat elk kind dat geboren wordt (of dat nu in Nederland, in Indonesie of in het hooggebergte van Papua is) aanleg heeft voor creativiteit en fantasie. Dat is erin geschapen. Maar dat moet wel gestimuleerd worden. Papua is een prachtig voorbeeld waar dat dus niet gedaan wordt. (Deze meneer moest twee kinderen tekenen die elkaar sloegen. Als ik zijn tekening had gezien en niet de persoon erbij, had ik geschat dat de tekening van een kind van een jaar of 4 was...)


En je ziet hier ook dat mensen niet creatief zijn, of beter gezegd: denken dat ze niet creatief zijn dus beginnen er niet aan. Het liefste doen ze hier precies iets na van een voorbeeld. Dus een heerlijke uitdaging om deze mensen eens creatief aan de slag te zetten en ze een stukje zelfvertrouwen mee te geven. Want d.m.v. creativiteit kun je veel van jezelf leren. Je komt er achter wat je mogelijkheden en je grenzen zijn. Door complimenten van mensen om je heen (met name als leerkracht is dit belangrijk om je leerlingen complimenten te geven) krijg je zelfvertrouwen. Dat is hier in Papua zo nodig. Van jongsaf aan wordt hier verteld dat je dom bent en niets kunt. Kinderen schelden elkaar uit voor rat, hond of varken. Dat helpt niet echt voor je zelfvertrouwen. Bovendien, als kinderen vroeg gestimuleerd worden om creatief bezig te zijn kunnen ze hier later veel profijt van hebben, want daardoor leer je bijv. ook om creatieve oplossingen te vinden voor problemen. En problemen zijn hier te over... Leuk om te zien dat de mensen enthousiast werden bij het idee dat je van waardeloos materiaal en natuurlijke materialen hele leuke dingen kunt maken! Want de meesten van hen komen ergens uit een kampung en hebben niet de beschikking over allerlei knutselmateriaal. Er kwamen allerlei ideeen los over natuurlijke materialen die kleur afgeven. Daar hebben zij dan weer veel meer verstand van dan wij!

Als voorbeeld hoe je een thema uitwerkt gebruikten we het boek Rupsje Nooitgenoeg. Ademloos werd er naar het verhaal geluisterd. Ze vonden het prachtig! Vooral dat Rupsje Nooitgenoeg op zaterdagavond zo'n pijn in z'n buik had. Wat jammer dat er hier zo weinig boeken voor handen zijn! We hebben op tafel papier, lijm, wc-rolletjes, inkt, vetkrijt, scharen etc. neergezet en lieten de mensen zelf aan de slag gaan.


Zoveel mogelijk hun creativiteit prikkelen door geen voorbeelden te geven en ze alles zelf te laten bedenken en te doen. De opdracht was dat ze iets moesten maken wat met het boek te maken had. Dus het mocht een rups, vlinder, vruchten o.i.d. zijn. Zo leuk om te zien hoe ze enthousiast aan de slag gingen! Dit is compleet nieuw voor ze. Ze waren een uur lang in stilte geconcentreerd bezig.


Zelfs de man van de eerste foto kreeg het voor elkaar om een mooi blaadje met nerven te tekenen. Erg leuk om te zien. En trots dat ze waren! Maar er was ook een man die de hele tijd met een leeg papier voor zich uit bleef staren. Die kreeg niets op papier, ook niet na een paar aanwijzingen. Toen we een groepsfoto gingen maken met de resultaten pakte hij prompt de vlinder van een collega (2e van links). Hij schaamde zich omdat hij niets had... Nog een hoop te doen op dit gebied!


9 april 2014

Gezondheid in Papua

Ja het klopt, wij werken in het onderwijs en niet in de gezondheidszorg, maar toch een keer een blog over gezondheid in Papua/Indonesië. Jullie weten dat de onderwijssituatie in Papua bedroevend slecht is, maar datzelfde geldt ook voor de gezondheidszorg en dat is misschien nog wel erger, want daar zijn direct levens mee gemoeid. HIV/Aids grijpt in rap tempo om zich heen, ook hier in onze vallei. Elke week is er wel een straat afgezet met stenen op straat en een zwart vlaggetje: weer een begrafenis. En als je dan hoort als er iemand is overleden en je vraagt wat hij/zij had, dan krijg je een antwoord als: hij had een zwak lichaam, of, zijn lichaam werd steeds kleiner. Meestal zijn de mensen die overlijden nog niet eens zo oud. Ook een groot percentage sterft aan ‘malaria’, al mag je het woord malaria gerust met een korreltje zout nemen, want als je hier iets hebt en je gaat bloed prikken dan heb je eigenlijk altijd malaria of tyfus. En dat zijn hele wijdse  begrippen hier. Zelden gaat het over de echte malaria (in onze vallei is geen malaria) of over de échte buiktyfus. Dit sluit niet uit dat HIV/Aids patiënten inderdaad aan zoiets kunnen overlijden of zelfs aan een simpele griep. Hun immuunsysteem is zo aangetast dat ze aan de eerstvolgende ziekte kunnen overlijden. Zelden zal HIV/Aids als reden worden gegeven omdat dat een beladen onderwerp is.

 Als je naar de dokter gaat hier (en dat geldt eigenlijk wel voor heel Indonesië), dan ga je niet naar huis zonder minstens 3 of 4 soorten medicijnen. Meestal de verkeerde… Antibiotica kuren duren maximaal 3-5 dagen. Te kort dus. Soms zo in een zippertje zonder enige naam erop of bijsluiter. En de mensen maar medicijnen slikken hier. Het zou ons niet verbazen als er hier ook mensen overlijden aan verkeerde combinaties van medicijnen! En als er nu standaard tussen die 3 of 4 medicijnsoorten een wormenkuur zat, dan zouden er ook al een heleboel problemen verholpen zijn, maar dat is helaas niet zo. Wij doen een aantal keer per jaar met ons hele gezin een wormenkuur, want die loop je hier zo op.

 Ook kom je grappige cultuurverschillen tegen. Zo weten onze collega’s altijd wel te vertellen wat we hebben als we klachten hebben. Als je bijvoorbeeld last hebt van je darmen, dan is volgens hen de wind naar binnen geslagen, dus heb je bijvoorbeeld zonder jas op de motor gereden. En wij maken daar dan maar weer grapjes over door te zeggen dat we meer last hebben van de wind die er juist weer uitkomt ; ). En dan liggen zij weer dubbel. Of als je duizelig bent, dan heb je waarschijnlijk te weinig bloed. Een poosje geleden had een kind bij ons op school een bloedneus. In allerijl werd er een bakje ijskoud water over haar voorhoofd gegoten. Wie zijn wij om te zeggen dat dat niet werkt? Ook hebben ze hier meer verstand van natuurlijke geneesmiddelen. Zo is Pieter genezen van zijn amoebe door papaya pitten te eten. Niks geen dure vervelende chemische medicijnen! (Als je het niet gelooft hebben we de uitslag van het laboratorium nog wel liggen, we waren toen in Jakarta). En wisten jullie dat Paracetamol-van-de-Aldi wonderen doet hier? O ja, Nederlandse medicijnen werken uitstekend als placebo. Je kunt hier gewoon Paracetamol kopen, maar het idee dat ze uit Nederland komen, daar word je direct al beter van! Zo was er na Pieters blindedarmontsteking een hele golf van mensen die ook dachten dat ze blindedarmontsteking hadden. Kijk maar uit, want in Wamena halen ze die er zo uit in het ziekenhuis! (Met alle gevaren van dien). Dus gaven we de zus van onze hulp Nederlandse Paracetamol en een wormenkuur. Ze was op slag beter... 

 Maar terug naar de trieste toestand van de gezondheidszorg hier. Tegenover ons huis staat de hut van onze penjaga (‘bewaker’). Zijn vrouw ibu Deri heeft sinds augustus last van een schimmel tussen haar tenen. Ze kreeg toen een wondje en dat is gaan infecteren. Haar kleine teen is helemaal zwart en ze heeft een open wond aan haar teen. Pieter is 3x met haar naar het ziekenhuis gereden, maar je krijgt dan informatie als: Als je nog kunt lopen, kom dan vanavond om 6u maar terug. Dus weer terug, dokter keek 10 sec naar haar voet en zei: kom morgen maar terug om 8u, dan opereren we je. De volgende morgen natuurlijk geen dokter te bekennen. Bovendien weten we ook niet of het een goed idee is om in dit ziekenhuis geopereerd te worden. Het enige wat ze goed kunnen is een infuus aanleggen (en dat krijgt elke patiënt dan ook). Dus toen maar de hulp van een Zwitserse verpleegster ingeschakeld. Ook een Ierse verpleegster met jarenlange ervaring is meegegaan en kwam erachter dat de infectie zo hevig was dat haar bot al aangetast is. Ze krijgt nu een heftige antibioticakuur die wel 10 weken kan duren. Ook krijgt ze medicijnen tegen de schimmel (die heel hardnekkig is en ook tussen haar andere tenen zit). We hebben contact met een Nederlandse dokter die ons advies geeft wat we moeten doen.


We gaan nu voor de 5e week elke dag bij toerbeurt naar ibu Deri toe. We roeien met de riemen die we hebben, want we gebruiken regenwater-in-een-niet-al-te-frisse-emmer en wc-papier om haar voet te drogen. En dan te bedenken dat ze nagels heeft van een centimeter lang met allemaal zwart eronder… Maar goed, dat is het leven in een hut en we proberen het toch nog maar zo hygiënisch mogelijk te doen. We maken een voetenbadje voor haar met desinfecterend spul erin, geven haar haar dagelijkse medicijnen, smeren antischimmel crème, doen betadine op de wond, verbinden haar voet en bidden met haar. Helaas komt ook het animisme gelijk naar boven, want ze zijn naar een waarzegster geweest om te vragen waarom zij dit probleem heeft. Die vertelde hen dat de bruidsschat vroeger niet groot genoeg was en dat een oom (het belangrijkste familielid) nog een varken moet krijgen (een varken kost al snel 2000 tot 3000 euro). Zolang dat niet afgehandeld is zou het probleem kunnen blijven bestaan. Zouden jullie in je gebed ook aan ibu Deri willen denken? Het is een gevaarlijke infectie. We hopen dat dit de goede medicijnen zijn. En ook voor genoeg energie voor ons om er elke dag heen te gaan en om te gaan met bijvoorbeeld het animistische aspect.


 Ibu Deri is nog maar één voorbeeld. Hoeveel andere mensen zitten er in hun hut met grote problemen?  We hebben bewondering voor de missionarissen die in de gezondheidszorg werken.

8 maart 2014

Studenten komen terug van eind-stage

Afgelopen week kwamen de studenten uit ons hoogste semester terug van hun eindstage. In Nederland noemen we dat de LIO-stage, in Papua is dat PKL. PKL-studenten worden in tweetallen op scholen ver buiten de stad geplaatst en leven gedurende een aantal maanden op een geisoleerde plaats in het binnenland. Na deze stage rest nog de scriptie en daarna kunnen ze afstuderen. Afgelopen vrijdag deden ze hun verhaal en gaven ze een presentatie over hun stage. De verhalen geven een goed beeld van de staat van het onderwijs in Papua.

Op de meeste scholen waren de meeste leerkrachten niet actief of zelfs helemaal afwezig. Voor sommigen was de aanwezigheid van de studenten een goede reden om verstek te laten gaan. De studenten die naar Landikma gingen om daar les te geven op een school voor voortgezet onderwijs kwamen er tot hun schrik achter dat ze niet alleen hun eigen vakken - Engels en wiskunde - moesten geven, maar ook alle andere vakken. Studenten die lesgaven op basisscholen liepen er steeds weer tegenaan dat het kennisniveau van de leerlingen, onafhankelijk van de leeftijd, bijna nul was. Dat betekende dat alle voorbereidingen vooraf voor niets waren geweest en dat ze creatief op zoek moesten naar een manier om de kinderen aan het leren te krijgen.

Een vrij somber beeld, maar we zijn trots op de manier waarop onze studenten zich er doorheen hebben geslagen. 'Ik had geen idee hoe we samen die school moesten draaien en ook alle lessen moesten geven, maar ik wist: als wij het niet doen, doet niemand het', zei er één. Vrijwel allemaal waren tijdens hun stage tot de conclusie gekomen dat het beroep van leerkracht zwaar en moeilijk is, maar ook dat zonder goede leerkrachten de jongste generatie Papua's ten onder gaat.

Spijt was er ook: 'Toen ik zoveel lessen moest geven en ook vakken die ikzelf niet leuk vind, had ik erge spijt. Had ik de afgelopen vier jaar maar harder gestudeerd toen het kon en had ik maar meer boeken gelezen die in de schoolbibliotheek staan, dan had ik dat nu allemaal in m'n lessen kunnen gebruiken'.

En een pep-talk voor de jongere studenten: 'Ga nou niet steeds lopen zeuren dat je hier zoveel moet doen, maar leer zoveel je kunt. Denk niet: als het hier niet lukt of als ik er geen zin meer in heb, ben ik hier weg en koop ik ergens anders wel een diploma. Want zonder kennis maak je geen verschil. En wanneer je hier volhoudt en slaagt, kun je wel een verschil maken. Dus wanneer je iets wil betekenen voor de kinderen van Papua, dan is nu je kans. Denk niet aan jezelf of het geld dat je bij de overheid kunt verdienen. Maar denk aan wat Jezus heeft gezegd: Ga op weg en onderwijst alle volken'.

Al deze verhalen raken de harten van de jongere studenten, maar ook van ons als staf. Lang niet al onze studenten willen echt leerkracht worden wanneer ze bij ons aan hun studie beginnen. Maar dit soort bijeenkomsten brengt daar wel vaak een verandering in, omdat studenten gaan beseffen dat ze een radicale keus moete maken: kiezen ze voor zichzelf of kiezen ze ervoor hun naaste te dienen? We zijn elke keer weer blij en dankbaar wanneer we deze omslag zien.