24 augustus 2015

Wilt u iets zien en horen van ons werk op Papua? Daar is een aantal keer gelegenheid voor:

Donderdagavond 3 september, Eben-Haezerschool Kapelle: kookworkshop. 
Altijd al eens écht Indonesisch eten vanaf de basis willen leren koken? Dat kan op deze speciale avond! De bedoeling is dat we samen eten koken en het daarna gezellig samen opeten. Tijdens het eten zullen we wat laten zien over ons werk op Papua. Tijd: 18.00u. Kosten: 17.50 euro p.p. Er kunnen maximaal 20 personen meedoen. Inschrijven kan via tfcvdwilt@gmail.com.

Zaterdag 12 september, Ontmoetingsdag in het gebouw van de Chr. Ger. Kerk te Meerkerk (Tolstraat).

Dinsdagavond 15 september: informatieavond voor onze eigen kerkelijke gemeente in de Petrakerk, Kapelle.

We zijn bereid om een presentatie te komen geven bij u in de kerk, op school of op een vereniging in de maand september. Graag contact opnemen via tfcvdwilt@gmail.com.

Kijk onder het kopje 'nieuws' voor de nieuwste acties! Er zijn nog steeds rijstzakjes te verkrijgen. Op=op!

16 juli 2015

Nederland

Ja, we zijn in Nederland! Jacomien en de kinderen zijn uiteindelijk 3 weken eerder dan Pieter vertrokken. De eerste drie weken mochten zij bij Jacomiens ouders in huis waar ze heerlijk verwend zijn! Vlak voor Pieter aankwam zijn we verhuisd en we wonen nu tot eind september in de Meekrapstraat (nr. 9) in Kapelle. Julia en Ivana genieten nog even van een paar weekjes Nederlandse school en ze boffen dat ze precies schoolreis en projectweek mee konden maken. Erg fijn om te zien hoe onze kinderen genieten. Ze zijn bijna niet thuis, wat wij helemaal niet gewend zijn. In Wamena zijn we buitenom de schooltijden altijd bij elkaar. Hier fietsen ze het hele dorp rond, naar opa en oma, naar een tante of nichtje of naar een vriendinnetje en anders wel even langs een winkel of de bieb. Wat een heerlijkheid! En wat fijn om onze families weer eens uitgebreid te kunnen spreken in het echt! En we hebben nu een vaatwasser. En wat handig dat je alles in 1 winkel kunt kopen. En wat is het Nederlandse brood lekker. En wat ben je hier snel klaar met koken. En wat is het lekker dat het zo lang licht is 's avonds. En zo kunnen we nog wel even doorgaan...


Onze eigen spulletjes!!


Tsja, je merkt wel dat als je meer en meer de cultuur induikt, het lastiger wordt om je in NL aan te passen. De laatste anderhalf jaar zijn we heel intensief opgetrokken met onze collega's en studenten op de campus. En het schijnt ook een gegeven te zijn dat naarmate je langer weg bent het ook lastiger wordt om in je eigen cultuur terug te keren. We zijn alweer 4 jaar op het veld. Je ziet dan als je terugkomt dat de Nederlandse cultuur ook verandert. Vooral in kleine dingetjes. Want o, o, wat voelen we ons toch stuntelig bij bijvoorbeeld een kassa als je zélf je mandje leeg moet maken en je tas zélf moet vullen en je vergeet dat allemaal, of als je je pasje verkeerd door het pinapparaat heen haalt of je de euro muntjes niet herkent of het juiste pasje niet kunt vinden... En wat steunt iedereen op z'n telefoon! Je telefoon wijst je de weg, je telefoon zoekt alles op wat je niet weet, met je telefoon onderhoud je zowat alle contact, gratis of niet gratis ;), je telefoon vertelt je of er bijna een regenbui aankomt. Een Alwetend iets waar niemand meer zonder kan zeg maar... En overal moet je je gegevens geven. En wij passen nergens in 'het systeem', want we hebben geen 'normale' verzekering maar een internationale, we hebben geen BSN nummer omdat we niet ingeschreven staan in NL en tsja, dan raakt de computer weleens in de war... Wat een digitale wereld!

De zomervakantie is bijna begonnen en we gaan vooral veel uitrusten. We merken toch wel dat de afgelopen tijd in Wamena veel van ons heeft gevergd. We plannen dus zo weinig mogelijk. September houden we vrij voor presentaties e.d. We komen graag over ons leven en werk in Papua vertellen bij u op school, in de kerk of op een vereniging. We horen het graag als er ideeën zijn! (tfcvdwilt@gmail.com).

Kijk voor een leuke, unieke actie onder het kopje 'nieuws'. Op = op!!

27 april 2015

Ilu


Niet veel mensen zullen weten waar het ligt, maar het afgelopen Paasweekend waren we in Ilu. Een dorp zo'n half uur vliegen van Wamena. Er werden wat wenkbrauwen gefronst toen onze collega's hoorden dat we die kant op wilden, want het gebied rond Ilu is een toevluchtsoord voor vrijheidsstrijders en voortvluchtigen en de wegen rond Ilu zijn niet echt veilig. We waren dus benieuwd wat we zouden aantreffen. Het was nogal druk geweest in de dagen voor onze trip, dus echt tijd om ons te oriënteren was er dus ook niet. We hadden niet echt een idee van wat ons te wachten stond.

Op zaterdagochtend vliegen we samen met Pieter & Anja en kids van Wamena naar Ilu. Daar aangekomen blijkt het hele dorp te zijn uitgelopen om ons bij de airstrip op te wachten. Er wordt ons weinig tijd gelaten om onze verblijfplaats op te zoeken, want er wordt op ons gewacht: er moeten varkens worden gekeurd. Op het veld achter de kerk aangekomen blijken er zeven varkens en heel veel mensen op ons staan te wachten. Ze zijn duidelijk in de stemming voor een goed feest. Na een paar welkomstpraatjes moeten de varkens worden gepijld. Dat is altijd weer een spektakel met gillende en rondrennende varkens met een trosje mannen die aan een touw hangen dat vastzit aan een achterpoot van het dier. Ivana vindt het behoorlijk interessant - het gaat tenslotte toch om vlees -, maar niet iedereen deelt deze interesse. Nadat de rust is teruggekeerd, gaan we op zoek naar de plaats waar we zullen slapen.

In het guesthouse treffen we David Scovill, daarna omgedoopt tot uncle Dave. Uncle Dave is ergens in de tachtig en was begin jaren zestig de eerste missionaris die het evangelie in Ilu en omstreken bracht. Hij arriveerde in Papua nog voor de Indonesiërs, zonder enige kennis over de lokale Lani-taal. Binnen zes weken werd hem echter al gevraagd te preken. Hij vertelde een eenvoudig Bijbelverhaal, maar de mensen waren niet tevreden. Hij moest hetzelfde verhaal nog zeker vier keer herhalen en de laatste keer hadden de mensen het verhaal zin voor zin gememoriseerd. Het vertalen van de Bijbel in het Lani werd de hoofdtaak voor uncle Dave. Inmiddels is deze vertaling alweer jaren geleden voltooid, maar is nog steeds een van de weinige complete vertalingen van de Bijbel in een lokale Papuataal. Tot op de dag van vandaag komt uncle Dave terug naar Ilu om les te geven en te preken. Zijn vrouw is inmiddels niet meer in staat de reis te maken en blijft voortaan in Amerika. We vergeten het vaak vanwege de enorme problemen die Papua tegenwoordig teisteren, vanwege een samenleving die ten onder gaat aan HIV/Aids, geweld en geld, maar in de jaren zestig zijn hier wonderlijke dingen gebeurd.

- Samen eten met uncle Dave -

Een paar uur later is het vlees in de kookputten gaar en kan er gegeten worden. Ons valt de eer te beurt een deel van het vlees te mogen snijden. Da's wel zo makkelijk, want zo kunnen we voorkomen dat we zelf met hompen vet - volgens veel Papua's het lekkerste vlees - opgezadeld zitten. Tjonge, wat zit er een enorme haas aan dit beest. We kunnen er met z'n allen ruimschoots van eten.


Na de maaltijd worden de beide Pieters verzocht de mensen toe te spreken. De een heeft het over veiligheid en onderhoud van de vliegstrip, de ander over onderwijs. Dat blijkt heel wat los te maken. Er wordt gevraagd om een nevenvestiging van onze school in Ilu te openen. En om veel guru's te sturen, want 'we moeten Engels leren'. Voor de guru's kan worden gezorgd: 'Stuur jullie studenten maar, dan leiden wij ze op en kunnen ze hier gaan lesgeven'. Dat is niet helemaal het antwoord wat werd verwacht. Daarom een ander idee: 'We willen dat jullie om de week hier naartoe komen om hier zelf les te geven. Dus een week in Wamena, een week in Ilu'. We houden voet bij stuk. Dit is een typisch probleem in Papua sinds Jakarta enorme bedragen in Papua pompt. Mensen willen liever afhankelijk zijn van anderen dan dat ze zelf een oplossing voor hun problemen zoeken. We leggen daarom uit dat het veel beter is wanneer hun eigen jongeren een goede opleiding krijgen en zelf les gaan geven. Zij kunnen zich veel beter staande houden op een plek als deze. Het blijft een lastig verhaal. Dat hun eigen kinderen tot zoiets in staat zijn kunnen ze eigenlijk niet geloven. Zie hier het resultaat van een kapot onderwijssysteem waarin iedereen elkaar wijsmaakt dat Papua's dom en lui zijn.

Onze toespraak blijkt toch wel indruk te hebben gemaakt, want zowel de wakil bupati (loco burgemeester maar dan met bijna onbeperkte bevoegdheden) als de voorzitter van de classis waar de kerk in Ilu toe behoort, zijn enthousiast. Ook komen er de volgende dagen een aantal ouders langs. Ze willen hun kinderen bij ons inschrijven. Ik vraag of ze al kunnen lezen en schrijven. 'Best al wel een beetje', zegt er een. Ik krab achter m'n oren. Dat kan nog wat worden bij de selectie. Kinderen die in de kampung voortgezet onderwijs volgen komen meestal niet door de toelating, omdat hun niveau heel erg laag is. Wanneer we straks alle studenten uit Ilu moeten weigeren, hoef ik hier nooit meer over onderwijs te komen praten.

Op zondag is het Pasen en gaan we met z'n allen naar de kerk. Er zijn hier enorm veel kerken in de omgeving en allen behoren tot de GIDI, de evangelische kerk van Indonesië (maar alleen te vinden in Papua). Het interessante van deze kerk is dat ze niet is ontstaan uit een missie of een zendingskerk, maar door Papua's zelf is opgericht. Het is het grootste kerkverband in Papua en de leiders hebben veel invloed. Bijna alle politieke leiders in Papua zijn afkomstig uit deze kerk. De GIDI is een echte lokale kerk met heel weinig invloeden van buitenaf.

Vandaag is er een gezamenlijke dienst vanwege Pasen. De vrouwen zitten links, de mannen rechts. Op de grond. Dat is handig, want zodoende passen er altijd meer mensen bij. Dat is alleen een kwestie van schuiven. Dat gebeurt dan ook volop, want het is erg druk. Uiteindelijk zitten er ongeveer 800 mensen op de grond. Jammer genoeg voor uncle Dave doet de geluidsinstallatie het niet, dus we kunnen zijn stem nauwelijks horen. Niet dat dat veel zou hebben geholpen, want hij preekt in het Lani. De mensen die hem wel kunnen horen (ongeveer de voorste helft van de kerk) luistert echter bijzonder aandachtig. Dat is vaak wel anders in de kerken in Wamena, waar mensen vaak hun tijd uitzitten.

Het is erg leuk om tijdens deze dagen weer eens op te kunnen trekken met familie. We hebben daar erg van genoten. De kinderen van Pieter & Anja hadden we al bijna twee jaar niet meer gezien. We wonen dan wel op hetzelfde eiland, maar Nabire is niet echt naast de deur. We hopen dat we in de toekomst nog vaker een trip zoals deze kunnen maken, want het is heel goed om zo af en toe bij te kunnen praten en ervaringen te delen over het leven in Papua.

Wat ons vooral bijblijft is het echtheid van het geloof en de enorme gastvrijheid van de mensen. Wanneer we op dinsdagochtend vertrekken, blijkt dat we de restjes van de kookput meekrijgen: vier enorme varkenspoten. Omgerekend moet dit al snel om een bedrag van honderden euro's gaan. We stellen voor het vlees te verdelen met lokale mensen die ons hebben geholpen. Maar daar kan geen sprake van zijn. Ze hebben nog liever dat we het vlees uit het vliegtuig boven de bossen van Papua dumpen dan dat we het vlees niet meenemen. 'We willen leren geven', zeggen ze. Dat wij ook nog wel wat te leren hebben, is wel duidelijk, want het is helemaal niet zo makkelijk om zoiets groots te aanvaarden. Uiteindelijk neemt elk gezin twee poten voor z'n rekening.

- We vliegen weer terug met onze 'privé-piloot' -

Zo rijden we dinsdagochtend door Wamena weer naar onze campus. Met twee varkenspoten voorop de motor. Eentje voor onze collega's, eentje voor m'n mentorstudenten. Als je maar lang genoeg in Papua woont, leer je vanzelf de vreugde van samen delen.


Pieter

19 april 2015

Straatkinderen

Spring Sale
Eind maart hebben we een rommelmarkt gehouden, onze jaarlijkse Spring Sale. De blanken verkopen dan spullen en hebben eten gedoneerd zoals cake, koekjes, soep etc. De opbrengst hiervan hebben we dit jaar geschonken aan een straatkinderenproject. Elke zondag komt een grote groep (soms wel 500!) straatkinderen bij elkaar op het complex van de school van Julia en Ivana. Er wordt dan een kinderdienst gehouden en daarna krijgen de kinderen wat te drinken en een stuk zoete aardappel. Afgelopen zondag zijn we daarheen geweest om de dienst mee te maken en om het geld te geven. Het was bijzonder om mee te mogen maken. Zeker ook om te zien dat er drie van onze STKIP studenten meewerken aan dit project. Eén daarvan is zelf vroeger als straatkind opgegroeid.

De jongen met de muts op is Roy, één van onze studenten.
 Als blanke waren we er netjes om 9u. Maar er waren nog maar weinig kinderen. Een auto ging de straatkinderen ophalen van de pasars (markten). Bapak Isak had ons al verteld dat dat niet altijd lukt. De auto is vaak kapot of er is geen geld voor benzine. Nadat de kids van de pasar baru waren opgehaald stopte de auto er inderdaad mee, benzine op. Maar er moesten ook nog kinderen van pasar misi opgehaald worden. Niemand maakte zich echt druk. En na een tijdje verscheen er een jerrycan met een beetje benzine. Had iemand waarschijnlijk nog thuis staan. De tijd tikte intussen rustig door. Julia en Ivana vermaakten zich wel met al die kinderen. Er stonden een hoop plassen vanwege de regen en na een tijdje was het vieste kind niet een straatkind maar onze eigen Ivana ;).

De jongen links met die witte blouse is een drugshandelaar.
Tegen een uur of 11 begon de dienst. Er werd veel gezongen. De kleinste kinderen gingen daarna zondagsschool doen en de jongeren moesten in groepjes zitten en samen met een begeleider nadenken over het woord ‘liefde’ a.d.h.v. 1 Korinthe 13. Pieter mocht ook een groepje begeleiden.

De man links is bapak Isak.
Nadat de kinderen hun eten en drinken ophebben en uit zijn gespeeld worden ze met de auto weer teruggebracht naar de markt waar ze vandaan komen. Sommige kinderen wonen in een kindertehuis voor straatkinderen (zijn er drie van in Wamena). Maar de meeste kinderen wonen op een markt. Ze hebben daar zelf een huisje in elkaar geknutseld en wonen daar met een heleboel kinderen op een heel klein oppervlak. Ze proberen wat geld te verdienen door op auto’s of op motors te passen of verzinnen een andere manier om aan geld te komen (er is ook veel diefstal op de pasar baru). De leeftijden lopen uiteen van 4-18 jaar. Velen snuiven lijm of drinken alcohol. Ook wordt er drugs verhandeld en gebruikt. Enorm triest. Confronterend ook om zulke kleine kids te zien die het gedrag vertonen van een al veel groter kind. Puur overlevingsgedrag. Ook apart om te horen dat de meeste kids gewoon ouders hebben. Die wonen dan in een kampung ver buiten de stad en hebben hun kinderen naar de stad gestuurd voor bijvoorbeeld onderwijs. Er wordt verder niet meer naar hen omgekeken en ze komen zo dus op straat terecht. Veel kinderen komen uit gebroken gezinnen. Als bijvoorbeeld één van de ouders overlijdt en de ander hertrouwt dan gebeurt het vaak genoeg dat de nieuwe vader of moeder het kind niet accepteert. Of vader heeft zoveel vrouwen en kinderen dat als één van die vrouwen overlijdt vader geen zin heeft om voor dat kind te blijven zorgen. Ook zijn er kinderen die ’s nachts wel thuis slapen maar overdag op straat zwerven. Er schijnen meer dan 1000 straatkinderen te zijn in Wamena.


Bapak Isak en bapak Aki (beiden begeleider van een kindertehuis voor straatkinderen en organisatoren van de zondagse dienst) stralen allebei een groot geloof uit. Het geld is vaak op, maar ze vertrouwen erop dat er altijd weer geld komt of dat er een andere oplossing voor een probleem komt. We waren onder de indruk van dit project dat wordt gerund door enkel Papua’s. Er komt geen blanke aan te pas. Bapak Isak en zijn vrouw hebben een kindertehuis (met zo’n 15 oudere kinderen) en leren de kinderen overdag lezen en schrijven zodat ze later in kunnen stromen op het voortgezet onderwijs. Bapak Aki en zijn vrouw hebben ook een kindertehuis en hebben zelf een lagere school opgericht (Tiranus) waar hun kinderen overdag heen kunnen. Ze geven daar allebei les. Op deze school werkt ook één van onze studenten en vorig jaar hebben wat studenten daar stage gelopen. De leerkrachten van deze school zijn door ons getraind en gebruiken de nieuwe taal- en rekenmethode.

Op zaterdag komen al deze mensen bij elkaar om dingen door te spreken en bereiden vast voor voor de zondag. Alles bij elkaar zijn deze mensen dus 7 dagen per week met straatkinderen bezig. Zij geven echt hun leven voor deze kinderen en doen dit vol overgave en geloof. Heel mooi om te zien! Julia en Ivana hebben er weer een gebedspunt bij op hun lijstje voor het slapen gaan…

2 maart 2015

Verdriet

I love you so much
I will never forget you
I will always keep you in my heart
It matters for us but not for you
I wish you would live and have a good life.
I miss you…
- Love Ivana -
Wat is er een groot verdriet in ons gezin en in ons leven gekomen. We waren zo ontzettend blij dat we gezinsuitbreiding zouden krijgen. Maar het mocht niet zo zijn. Na 11 weken zwangerschap hebben we afscheid moeten nemen van ons kindje. Jacomien was al 4 weken ziek thuis. En dat is niet makkelijk hier in Papua. Zeker als je niet in staat bent om te koken. Alles moet nog steeds vanaf de basis gemaakt worden en je kunt niet even om een blik tomatensoep naar de C1000 of een rol beschuit halen. Het waren pittige weken. Maar met het idee dat het voor het goede doel was! De zwangerschap leek voorspoedig te gaan. Maar toen we met 11 weken voor de eerste echo gingen was het niet duidelijk of het kindje wel of niet leefde. De apparatuur hier in Wamena is verouderd en niet alle dokters weten op de juiste manier met een echo-apparaat om te gaan. Achteraf gezien denken we dat de dokter wel zag dat het kindje al niet meer leefde maar dat hij het niet tegen ons durfde te vertellen. De volgende dag was het zondag, dus we hebben een paar dagen in spanning moeten zitten. ‘s Maandags zijn we naar de kust gevlogen. De meiden mochten logeren bij een Nederlands gezin hier in Wamena. We zijn hen erg dankbaar, want ze hebben onze meisjes al eerder opgevangen toen Pieter in 2012 voor zijn blindedarmontsteking naar Bali moest. Er is goed voor hen gezorgd. We konden pas ’s avonds bij een dokter terecht. En na lang wachten daar bleek inderdaad dat het kindje niet meer leefde. Dat kwam hard aan, want we hadden toch nog wel hoop dat de dokter in Wamena het fout had gezien (komt namelijk vaker voor). We zouden de volgende dag voor curettage terecht kunnen in hetzelfde ziekenhuis waar Pieter een nacht had gelegen met zijn blindedarmontsteking, maar waar ze zijn (bijna opengebarsten) blindedarm niet konden vinden op de echo. Bovendien hadden we verhalen gehoord dat het soms een half uur duurt voordat je volledig onder narcose bent. De verzekering wilde graag dat we naar Bali gingen. Na een nacht van heel weinig slapen in een vies hotel zijn we de volgende dag doorgevlogen naar Bali (3250 km van Wamena vandaan, vergelijkbaar met de afstand Nederland-Moskou). Daar konden we aan het einde van de middag in het ziekenhuis terecht. We werden daar heel goed geholpen. Het is een ziekenhuis volgens internationale standaard. De dokter had veel aandacht voor ons en legde precies uit hoe alles zou gaan. Jacomien werd opgenomen en Pieter mocht gelukkig blijven slapen. De volgende morgen vroeg gelijk geholpen. De operatie zelf viel mee. ’s Avonds (inmiddels woensdag) werden we ontslagen. Er gaan alleen nachtvluchten naar Papua, dus besloten we om eerst een nacht fatsoenlijk te slapen voordat we terug zouden vliegen. Vrijdagmiddag waren we weer thuis en konden onze meiden weer in onze armen sluiten. Zaterdag hebben we samen ons kindje in de tuin begraven, dat was goed om samen met de meiden te doen. Het was een hele emotionele en verdrietige week. En nog steeds zijn we erg verdrietig, alle vier. We weten dat ons kindje nu in de hemel is en dat helpt ons. En we weten dat ons leven in Gods Hand is. Wij weten niet goed hoe we verder moeten, maar we vertrouwen erop dat Hij ons kent en zal blijven helpen. Maar het is erg moeilijk allemaal. Zeker ook omdat we aan de andere kant van de wereld zitten.

We willen iedereen hartelijk bedanken voor jullie medeleven en gebed. Overweldigend veel reacties via de mail en via facebook. Het is haast niet te doen om iedereen persoonlijk te bedanken dus willen we het via deze weg doen.

24 januari 2015

Bruiloft

Afgelopen donderdag zijn onze vrienden en collega's Kalvin en Arni getrouwd. Ze hebben elkaar leren kennen op STKIP. Beiden zijn hier afgestudeerd en werken nu binnen onze organisatie. Een dag vol uitersten. Aan de ene kant een hoogtepunt voor ons. In een samenleving waarin er heel veel kapotte gezinnen zijn, heel veel mannen buitenechtelijke relaties hebben en heel veel vrouwen vooral trouwen omdat ze zwanger zijn, willen Kalvin en Arni een voorbeeld zijn. Ze trouwen niet omdat het moet of omdat de familie dat wil, maar omdat ze van elkaar houden en al lange tijd elkaars beste vrienden zijn. Ze willen aan hun omgeving laten zien wat een goed christelijk huwelijk inhoudt: van elkaar houden, elkaar als gelijkwaardige partners accepteren, je voor elkaar wegcijferen en je leven door God laten leiden. Dat is hier een zeldzaamheid en dat wordt voor hen dus stroomopwaarts zwemmen. Hoe lastig het is om echt voor elkaar te kiezen en daarbij om te gaan met de druk van beide families bleek vandaag heel duidelijk.


De aanloop naar de bruiloft gaf al allerlei problemen rond de betaling van de bruidsschat aan de familie van de bruid. Allerlei vage familieleden kwamen hun deel opeisen en vonden dat er meer betaald moest worden. Er werd over de bruid onderhandelt alsof het om handelswaar ging. Niet echt een fijne voorbereiding.

De wensen van beide families zijn zo belangrijk dat er bijna geen ruimte is om de bruiloft naar je eigen wensen in te vullen. Bovendien zijn beide families het zelden met elkaar eens en dus moet er veel en lang vergaderd worden. Vooral over wie welke varkens betaald en wie die vervolgens opeet.

De huwelijksplechtigheid vond plaats in het hoofdgebouw van onze campus, om onenigheid over de keuze van de kerk te voorkomen. Bruid en bruidegom namen plaats onder een mooi versierd baldakijn met de ouders aan weerszijden. De plechtigheid verliep daarna vlot. Eerst zingen, daarna een toespraak van bruid en bruidegom, daarna de preek, vervolgens knielen en de zegen ontvangen, daarna zingen en tot slot een toespraak door enkele familieleden. Opvallend genoeg bleken die toespraken vooral een verantwoording van de ontvangen giften en varkens te zijn (met naam en toenaam) en niet te zijn geadresseerd aan het bruidspaar.


Na de plechtigheid volgde de bakar batu (kookput). Heel anders dan de bakar batu na de diploma-uitreiking een paar maanden terug. Dat was alleen gezellig samen eten, deze keer is het echt serieus. Nu nemen de ooms het heft in handen. Ooms hebben in de Papua-cultuur een hoge status en heel veel macht, zelfs wanneer je ze nauwelijks kent. De ooms (broers) van moederskant zijn zeer invloedrijk en bepalen voor een groot deel het leven van hun zus en haar kinderen. Tijdens een bruiloft blijkt dat heel duidelijk. De ooms zijn deze ochtend nog boos naar de salon getogen waar de moeder en de bruid werden opgemaakt om extra varkens te eisen. Nu zijn ze druk bezig met het verdelen van het varken. Een serieuze aangelegenheid want elke oom moet precies het juiste stuk van het varken krijgen. Wanneer hier iets misgaat, kan de gunst van een oom zich tegen je keren. Het gebeurt niet zelden dat ooms vervloekingen uitspreken over neven en nichten en dat wil niemand meemaken. Zelfs Papua's die overtuigd christen zijn, hebben om deze reden veel ontzag voor de ooms. Het is duidelijk dat voor veel Papua's angst en bijgeloof voor de ooms veel reeler zijn dan geloof in God. Hoewel Kalvin en Arni beiden overtuigd christen zijn, ontkomen ze er toch niet aan dat de ooms de dienst uitmaken op hun bruiloft. Het laat zien hoe ongelofelijk lastig het is om afstand te nemen van rituelen en tradities die puur animistisch zijn.


Kalvin en Arni moeten tijdens het eten bij de ooms zitten. Gelukkig gaat het verdelen goed, want na een uur hakken en snijden klinken er gillen en schreeuwen uit de monden van de ooms. Ze zijn blij omdat het verdelen van het vlees zonder problemen is verlopen. We gaan even bij Kalvin en Arni zitten. Ik krijg een stuk varkenstong door de bruid in m'n mond gestopt. Het ziet eruit als varkenshaas, maar zo smaakt het niet.



Even later beginnen de eerste mensen te vertrekken. De buit is binnen en de overblijfselen worden in plastic tassen mee naar huis genomen. Kalvin en Arni piepen er ook ongemerkt tussenuit. De familie had eigenlijk nog een noken-ritueel in petto, maar daar hadden ze echt geen zin in. De familie hangt dan zoveel mogelijk traditionele Papua-netten op het hoofd van de bruid, net zolang to ze onder de last bezwijkt. Alles wat er op dat moment aan haar hoofd hangt, mag ze houden. Arni heeft er geen zin in. Dan maar zonder netten.

Het volgende probleem dient zich binnenkort aan. Waar gaan ze wonen? Kalvin en Arni willen samen een leven beginnen in een eigen huisje. Ze hebben geen zin om bij familie in te trekken. Maar hun nieuwe huis is nog niet klaar en dus verwacht de familie dat ze bij hen komen wonen. En je kunt hier niet zomaar zeggen dat je daar geen zin in hebt. Ze kunnen tijdelijk in een huis op de campus komen wonen, maar de avond na de bruiloft blijft het daar donker. Blijkbaar toch maar bij familie gaan slapen. Inmiddels zijn ze in hun huisje op onze campus getrokken.

We zijn heel blij voor Kalvin en Arni dat ze nu getrouwd zijn en dat we daar getuige van hebben kunnen zijn. We hebben ook geleerd dat een bruiloft hier een hele ingewikkelde zaak is, waarin de familiebelangen veel belangrijker zijn dan de wensen van bruid en bruidegom. Het laat maar weer zien hoe ingewikkeld het leven hier is voor jonge mensen die enerzijds in de moderne tijd staan, maar anderzijds door families worden vastgehouden in onverbiddelijke tradities.



23 december 2014

De feestmaand december

Iedereen vindt december een feestmaand. En dat is ook zo. We hebben de ene kerstviering na de ander. Ook Sinterklaas werd niet overgeslagen. Er wonen inmiddels 9 Nederlandse gezinnen in Wamena, dus genoeg mensen om er een écht Nederlands feest van te maken! Voor ons is deze maand extra feestelijk want Pieter vierde zijn verjaardag op 8 december en Ivana is vandaag jarig. 


Ook mochten we ons 12,5 jarig huwelijk op 20 december vieren. We hebben een uitstapje gemaakt naar een meer wat hoog in de bergen ligt (3600 m) en genoten van allerlei Nederlandse lekkernijen. Iedereen hartelijk bedankt voor alle gelukwensen, goede wensen, kaarten, kadootjes etc. Fijn dat jullie ons niet vergeten!
Uitje naar de waterval met Pieters mentorstudenten ter ere van zijn verjaardag.

Maarten is momenteel op bezoek en daar genieten we met z’n allen van. We zijn verwend met allerlei spullen die met hem meekwamen vanuit Nederland. 

We willen iedereen Gods zegen voor het Kerstfeest toewensen en voor het nieuwe jaar 2015! Bedankt voor jullie gebed en ondersteuning in het afgelopen jaar! We zijn God dankbaar dat Hij zo bijzonder heeft voorzien in zowel het financiële als in onze dagelijkse behoeften het afgelopen jaar.

Kerstviering internationale school

Kerstviering STKIP

Tip voor de kerstvakantie: Maak je eigen oliekaarsje van een sinaasappel!


10 november 2014

Foto's oktober 2014

Op één of andere manier is er veel gebeurd in oktober! Deze foto's horen bij de herfsteditie van de Wiltlife nieuwsbrief. Ontvangt u die nog niet? Meld u snel aan via nieuwsbrieffamvanderwilt@gmail.com.

Hoogtepunt in oktober was natuurlijk de diploma uitreiking.



Met traditionele kookput.

 Stammenoorlog. Deze foto heeft onze directeur gemaakt.
De mannen zitten te wachten op het commando om de strijd aan te gaan.
Er zijn zeker 5 mensen omgekomen.

Zo kwamen ze voor ons huis langs gerend. We zijn die dag niet van ons complex af geweest.

Ons bestuurslid Peres Nekwek wordt bevestigd als dominee in de GJRP.

 Stagebezoek.

 Bezoek van Bijzondere Noden aan onze organisatie.

Dit is de volgende lichting studenten die volgend schooljaar hopen af te studeren.
Hier hebben ze net hun onderzoeksvoorstel gepresenteerd.

 Cooking class met de collega's van STKIP (wraps en club sandwich).

Fall festival met de blanke gemeenschap. Een nachtje kamperen in de tuin van de Vreugdenhils.

Vorige maand hadden we een retreat met de hele staf van YKW.




29 oktober 2014

15 studenten studeren af aan STKIP

Op de achterste rij de 15 studenten die afstuderen en op de voorste rij de docenten en wat belangrijke mensen.

Op 17 oktober was het zover: de diploma-uitreiking. In totaal studeerden 15 studenten af en kregen hun diploma's uitgereikt. De studenten hebben er lang naar uitgekeken. Eind juni waren de meeste studenten al klaar met hun scriptie, maar moesten er nog een aantal zaken worden afgerond. Vandaar dat de wisuda - zoals de diploma-uitreiking hier wordt genoemd - pas nu kon plaatsvinden. Niet alleen de afstudeerders zelf hadden het druk met de voorbereidingen, maar ook de andere studenten en wij als staf waren er druk mee. In Wamena gaat niets vanzelf en daarom kost het regelen van een dergelijke gebeurtenis behoorlijk wat improvisatie- en aanpassingsvermogen. Afgelopen jaar was ik er nog van overtuigd dat ik me als Nederlander maar beter niet met de organisatie kon bemoeien, maar dit jaar was ik toch de klos. Hier een korte impressie van hoe de dag verliep:

We staan 's ochtends iets voor zessen op, want ik wil erbij zijn wanneer de varkens voor de kookput worden gepijld. Gelukkig hebben de studenten gewacht tot een aantal ouders van de afstudeerders zijn gearriveerd. Bij elkaar hebben we vijf varkens dit jaar, waaronder twee flinke exemplaren. Dat is behoorlijk veel, want er zijn maar 15 studenten die afstuderen. Vier varkens zijn door verschillenden van hen geschonken, het vijfde beest hebben ze samen op de markt gekocht. Alles bij elkaar toch goed voor zo'n 2500 euro. De vader van Seles (ze studeert vandaag af en werkt nu als kersverse docent wiskunde op STKIP) schiet de varkens één voor één een pijl in de bast. Hij heeft duidelijk ervaring, want de varkens zijn zo dood.

Ondertussen gaan de dames onder de afstudeerders richting de stad, naar de salon, om hun haar en gezicht te laten doen. Erg veel haast hebben ze nog niet, ze hebben duidelijk besloten uitgebreid te genieten van alles. Het is inmiddels iets over half 8. Om negen uur moeten ze verzamelen en klaar staan voor de wisuda die om tien uur gaat beginnen. Een wisuda is zo'n beetje het enige in dit land wat echt op tijd begint. Ik ga naar de aula waar de diploma-uitreiking zal plaatsvinden. Gisteravond is er nog lang gewerkt om alles netjes te krijgen. Er is een groot podium gebouwd en de tussenwanden zijn weggehaald zodat er zo'n 200 mensen binnen kunnen zitten. Het ziet er allemaal goed uit.

We krijgen bericht dat de bupati (soort superburgemeester) van ons district naar de uitreiking zal komen. Dat is bijzonder, want hij is de machtigste man in dit gebied, maar heeft zich nooit veel aan onze school gelegen laten liggen. Zijn bezoek dient vast een politiek doel, maar we komen er nog niet zo gauw achter wat dat precies kan zijn. De gouverneur en een aantal andere hoge functionarissen zijn ook uitgenodigd, maar vanwege de inauguratie van de nieuwe Indonesische president verwachten niet dat ze aanwezig zullen zijn.

Gelegenheidskoortje

Het is inmiddels ruim na negenen en ik vertrek met m'n toga onder m'n arm naar de ruimte waar we zullen verzamelen. Sinds ik volledig op STKIP werk, zit ik daar in het management team en daarom zit ik vanochtend niet tussen het publiek in de zaal, maar samen met de rest van het management op het podium achter een mooie tafel om de diploma's uit te reiken. Helaas moet dat in toga, maar gelukkig vinden de studenten me er erg goed uit zien in m'n zwarte gewaad. Tegen tienen gaan we ons opstellen, de studenten voorop, daarachter de senaat - zoals ze ons vandaag noemen - en daarachter de belangrijkste genodigden. De bupati is er nog niet, maar die is zo belangrijk dat niemand verwacht dat hij op tijd komt. Wel jammer dat de dames onder de afstudeerders er ook nog niet zijn.

Gelukkig arriveert klokslag tien uur een auto met angstige gezichten achter de ruiten: daar zijn ze. Gelijk opstellen en naar binnen schrijden alsjeblieft. Helaas ontbreekt er nog één. We besluiten niet langer te wachten. We vinden discipline belangrijk, dus we besluiten deze student nog een laatste keer een les te leren, voordat ze zelf aan de slag mag met laatkomers in de klas.

De diploma-uitreiking begint. Een lange zit van bijna drie uur, met dank aan een aantal hoge gasten die het woord krijgen en het maar moeilijk weer kunnen afstaan. Het hoogtepunt is de overhandiging van het diploma. De kwast wordt door de directeur  van links naar rechts verhuisd en ik geef de map met het diploma. Tenminste, dat lijkt zo, want de map is eigenlijk leeg. De studenten krijgen namelijk pas hun diploma wanneer ze een afgesproken periode hebben lesgeven in het binnenland.


Na de plechtigheid zijn de varkens gaar om gegeten te worden. Er is erg veel varkensvlees en de meeste mensen gaan met een flinke plastic zak met restanten naar huis. Dan hoeven ze 's avonds niet te koken. Als ze nog honger hebben tenminste.


We zijn heel blij en dankbaar dat er weer 15 studenten zijn afgestudeerd. Het lijkt niet veel wanneer we kijken naar de nood in het onderwijs in Papua. Maar we hebben intussen afgeleerd om het te verwachten van aantallen. Eén goede, gemotiveerde leerkracht heeft meer impact dan honderd die hun diploma bijna cadeau hebben gekregen, zoals op andere scholen gebeurt. Deze 15 zijn de enigen van een groep van ongeveer 60 studenten die de eindstreep hebben gehaald. Er zijn dus veel studenten die om allerlei redenen moeten opgeven of het niet meer zien zitten. Wat we zien gebeuren lijkt veel op de geschiedenis van Gideon. En we weten dat God sinds Gideon niet veranderd is. En daarom vertrouwen we ook dat Hij deze jonge leerkrachten zal gebruiken volgens Zijn plan. Daar getuige van te zijn maakt ons blij en geeft ons een dankbaar hart. 

Seles (die nu docent aan STKIP is geworden) met haar trotse ouders!!

8 september 2014

Stagebezoek in het binnenland

We wonen nu alweer ruim drie jaar in Indonesië en daarom is het af en toe goed om jezelf eens af te vragen wat er in die tijd is bereikt. De problemen in Papua zijn zo groot en de situatie in het onderwijs is zo bedroevend, dat je jezelf weleens afvraagt waar je het eigenlijk allemaal voor doet. Er zijn natuurlijk wel resultaten, maar die zijn vaak beperkt en worden soms weer tenietgedaan door nieuwe problemen.

Afgelopen jaar zijn er 50 studenten afgestudeerd, dit jaar 15. Velen van de eerste groep studenten geven les op een school in het binnenland, de studenten van de tweede groep doen dat allemaal. Dat klinkt natuurlijk wel aardig, maar er zijn een paar duizend scholen in de binnenlanden die niet functioneren. Ze hebben zo'n negatieve impact op de ontwikkeling van kinderen, dat het eigenlijk beter zou zijn wanneer er helemaal geen onderwijs werd gegeven. Met het trainen van leerkrachten is het al niet veel beter gesteld. Velen zullen nooit veranderen, hoeveel trainingen ze ook volgen. Wanneer de wil en de overtuiging ontbreken, is er weinig hoop.

Of dit de beste manier is om succes te meten is natuurlijk maar de vraag. Afgelopen week ging ik (Pieter) op bezoek bij een aantal oud-studenten die lesgeven in Eragayam en Bokondini, een uur of drie buiten Wamena. Ik kon het bezoek mooi combineren met stagebezoek aan een paar studenten die hun eindstage doen op dezelfde scholen. Beide scholen dragen de naam Ob Anggen, dat betekent 'Goed Fruit' in de lokale taal. De school in Bokondini bestaat bijna zes jaar, die in Eragayam bijna vier. Beide scholen zijn ontstaan doordat de lokale gemeenschap goed onderwijs wilde voor hun kinderen. Met behulp van een Amerikaans gezin is de school opgericht. Het management is in handen van lokale mensen en de meeste leerkrachten zijn Papua. De scholen zijn ontstaan ondanks het feit dat er in Bokondini en Eragayam gewoon al overheidsscholen zijn. De leerkrachten van de scholen sturen inmiddels hun eigen kinderen ook maar naar Ob Anggen. In een paar jaar tijd is Ob Anggen uitgegroeid tot waarschijnlijk de beste school in het oostelijk deel van Indonesië en een bron van inspiratie voor de dorpen rondom.

Ik begin mijn bezoek in Eragayam, waar we nogal te laat aankwamen doordat we een verkeerde afslag namen. Eragayam ligt hoog op een berg en je kunt je geen verlatener plaats voorstellen. Door de hoge ligging is het er 's nachts koud en regent het er vaak, iets waar Papua's niet echt van houden. In ongeveer drie jaar tijd is er door de lokale gemeenschap een weg van een paar kilomter aangelegd, zodat motor's en auto's met vierwielaandrijving bij de school kunnen komen. Ook hebben ze een schoolgebouw gebouwd en huizen voor het personeel.

Op deze plaats ontmoet ik Indas, een paar maanden daarvoor afgestudeerd van STKIP. Deze dag is er een speciaal programma, omdat er nog een aantal Amerikaanse gasten zijn. Indas is de coordinator van de dag en is druk met het regelen van het Bijbelverhaal, de Engelse les en de spelletjes buiten in de modder.

Indas

Indas heeft nooit voor de makkelijkste weg gekozen en is daarom waarschijnlijk op deze plaats terecht gekomen. Hij heeft op straat geleefd totdat hij in een huis voor straatkinderen terecht kwam. Daar is hij gevormd en heeft hij geleerd wat zelfopoffering is. Vervolgens heeft hij vier jaar op STKIP gestudeerd. Juist omdat veel van zijn vrienden het werk op een school als Ob Anggen een beetje te uitdagend vonden, heeft hij zich aangemeld. Ik vraag hem wat hij de grootste uitdaging vindt van het leven in Eragayam. Dat zijn niet de hele lange werkdagen, ook niet het nogal eenzijdige voedsel en ook niet het gebrek aan afleiding. De grootste uitdaging is de kou 's avonds, want hij had de eerste week z'n blauwe trui niet bij zich. Voor de rest gaat het prima.

's Middags en de volgende dag ben ik in Bokondini. Bokondini wordt binnenkort waarschijnlijk de districtshoofdstad van een nieuw district en daarom trekken er nu al veel mensen naartoe. Ook veel 'pendatang', mensen van andere eilanden. Dat zorgt voor de nodige spanningen, maar de kinderen op Ob Anggen leren dat verschillen in huidskleur niet betekenen dat je elkaar naar het leven moet staan.  Ik bezoek onze studenten die bezig zijn met hun stage, Erelince en Roy. Gedurende een aantal maanden wonen ze hier en draaien mee als gewonen leerkrachten. Erelince geeft les bij de kleuters, Roy is multi getalenteerd en geeft voornamelijk Science en Arts (waarbij hij en-passant een hoop nieuw lesmateriaal ontwikkelt), hoewel hij eigenlijk student Engels is.

De verschillen met andere scholen zijn enorm. Kinderen in grade 2 (groep 4) kunnen een eenvoudig gesprek in het Engels voeren en kinderen in grade 6 (groep 8) spreken het al bijna vloeiend. De rekenvaardigheden liggen veel hoger dan gemiddeld, want wanneer ik een net vol ananassen koop en vraag hoeveel het kost wanneer ik er 11 voor 5.000 per stuk koop, dan noemen ze gelijk de prijs. Op geen enkele andere plaats in Papua is me dat tot nu toe gebeurt. Het belangrijkste resultaat van Ob Anggen is echter dat het kinderen leert om voor God te leven, dat hun leven waarde heeft en hen stimuleert om zelfstandig na te denken en hun creativiteit te gebruiken om zich te ontplooien. Dit staat niet alleen haaks op het onderwijs in Papua, maar ook op dat in de rest van het land.

Helga


Hier in Bokondini werken ook Helga en Onetha, twee oud-studenten van STKIP. Ze werken hier nu meer dan een jaar en hebben zich in die tijd enorm ontwikkelt. Zo goed zelfs, dat het me spijt dat onze eigen kids nooit les van ze zullen krijgen. Helga geeft vooral in de hogere klassen les en houdt de kinderen (die hier behoorlijk wild zijn) met gemak onder controle, terwijl ze altijd vreugde en enthousiasme uitstraalt. 

Onetha

Onetha geeft vooral les in klas 2. Ze heeft haar kinderen al zover dat ze in het Engels vragen of ze naar de WC mogen, hun punt mogen slijpen etc. Onetha krijgt het regelmatig te kwaad wanneer ze ziet met wat voor problemen haar kinderen te maken hebben. Dat klinkt een beetje soft, maar in Papua is dat volkomen in orde. Toen ik haar met de kinderen bezig zag, begrijp ik eigenlijk pas wat het betekent wanneer Jezus een kind apart neemt en zegt:"Wie een kind ontvangt in mijn naam, die ontvangt mij". Haar familie vindt het maar niks dat ze hier werkt, vertelt ze. Die zien haar liever bij de overheid, waar ze goed zou verdienen om zo de familie te helpen. Dat ze hier zit, heeft verder niets te maken met verheven idealen. Ze is hier omdat ze van de kinderen houdt. Daar is ze God dankbaar voor.

Ik denk opnieuw na over de resultaten die we hebben behaald. Wie is succesvol in het leven? De gouverneur van Papua, die als een koning het eiland regeert? Het districtshoofd met z'n dikke buik, omdat hij altijd meer dan genoeg te eten heeft? Degene waar iedereen tegenop kijkt of het meeste geld heeft? Als ik wat dat betreft naar de Papua's kijk, dan kijk ik vooral in een spiegel. De verschillen zijn niet zo groot.

Als ik het stuk in de Bijbel lees over het ontvangen van een kind (Markus 9: 30 - 37), dan blijkt succes in het leven toch wel een iets andere definitie te krijgen. Dan blijken aantallen niet zo heel erg belangrijk. Dan ligt het misschien ook wel voor de hand dat je eerst naar een uithoek van de wereld moet om dat te begrijpen.


Eerlijk gezegd heb ik die dag meer opgestoken van onze oud-studenten dan zij van mij. En zo hoort het ook. Het goede voorbeeld geven zonder jezelf bijzonder te vinden. En tegelijk de beste leerkrachten van Papua te zijn.